Doneer

Darmkanker

Darmkanker is een vorm van kanker die in de darmen ontstaat, meestal in de dikke darm. Het begint vaak met poliepen, kleine bultjes aan de binnenkant van de darm.

Darmkanker
Download de brochure

Wat is darmkanker?

Darmkanker is een vorm van kanker die in de darmen ontstaat, meestal in de dikke darm. Het begint vaak met poliepen, kleine bultjes aan de binnenkant van de darm. Hoewel de meeste poliepen onschuldig zijn, kan in sommige poliepen darmkanker ontstaan. Van poliepen merk je meestal niets, maar ze kunnen zich na verloop van tijd ontwikkelen tot een kwaadaardig gezwel, ook wel een tumor of kanker genoemd. 

Bij kanker is de celdeling in het lichaam verstoord, wat leidt tot de vorming van een kwaadaardige tumor. Ongeveer 70% van de darmkankers ontstaat in de laatste delen van de dikke darm, en 30% daarvan in het allerlaatste deel, de endeldarm. Kanker kan op meerdere plekken in de darm ontstaan en zich uitzaaien naar lymfeklieren of andere organen. 

Hoewel veel mensen poliepen hebben, groeien de meeste poliepen niet uit tot darmkanker. Toch is het belangrijk om poliepen op tijd te ontdekken en te verwijderen om het risico op kanker te verkleinen.

Cijfers over darmkanker

  • Darmkanker is een van de meest voorkomende vormen van kanker.
  • In Nederland kregen in 2023 ongeveer 12.000 mensen darmkanker.
  • In 2022 overleden er bijna 4.500 mensen aan deze ziekte. Hiermee staat darmkanker op de tweede plaats van kankersoorten waaraan mensen in Nederland overlijden.
  • Darmkanker geeft vaak pas in een laat stadium klachten. Daarom is vroege opsporing zo belangrijk. Hoe eerder bekend is of het echt darmkanker is, hoe beter de behandelmogelijkheden en hoe groter de kans op overleven.
  • Wanneer men er op tijd bij is, is de overlevingskans na 5 jaar ongeveer 95%. Wanneer men er laat achter komt is dat maar 13%.

De dikke darm is het laatste deel van je spijsvertering en is ongeveer 1,5 meter lang. De dikke darm ligt in je buik keurig om je dunnen darm heen. In de dikke darm worden vocht en zouten uit de voedselbrij gehaald, zodat er ontlasting ontstaat. Met knijpbewegingen wordt de ontlasting naar het einde van de dikke darm geduwd. Daarnaast leven er biljoenen bacteriën, virussen, gisten en schimmels in de darmen die enorm goed werk voor je doen. Samen heten ze het microbioom. Het microbioom helpt mee om je darmwand gezond te houden. Ook ondersteunt het je afweersysteem. Meer informatie over de spijsvertering en het microbioom vind je  hier.

Oorzaken van darmkanker

Er is niet één oorzaak te geven van darmkanker. Wel zijn er dingen die de kans op darmkanker vergroten. Darmkanker komt vooral voor bij mensen ouder dan 50 jaar. Er zijn meerdere factoren die een rol spelen bij het ontstaan van darmkanker.

Bij een kleine groep is er een erfelijke aanleg voor darmkanker. In die families komt darmkanker vaker voor dan in andere families. Daarnaast spelen omgevingsfactoren een grote rol bij het ontstaan van alle vormen van darmkanker. Met omgevingsfactoren bedoelen we onder andere ons voedingspatroon en onze leefstijl. Door ongezond eten en weinig beweging is de kans op darmkanker groter. Overgewicht, veel alcohol drinken en vaak bewerkt en rood vlees eten zijn risicofactoren voor darmkanker. 

De risicofactoren voor darmkanker zijn onderverdeeld in twee groepen: beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare risicofactoren. Aan de niet-beïnvloedbare factoren kan je zelf niks doen. Op de beïnvloedbare risicofactoren kan je extra alert zijn en zo de kans op darmkanker verkleinen. Toch is het dan nog steeds mogelijk om darmkanker te krijgen. 

Beïnvloedbare risicofactoren

Mensen met overgewicht en veel lichaamsvet en buikvet hebben een verhoogde kans op darmkanker. Het is dus belangrijk om te zorgen voor een gezond gewicht, ook ondergewicht moet voorkomen worden.

Een westers voedingspatroon vergroot de kans op darmkanker. In niet-westerse landen komt deze vorm van kanker namelijk minder vaak voor. Darmkanker lijkt ook minder vaak voor te komen bij vegetariërs. 

Voor een gezond voedingspatroon kun je de richtlijnen goede voeding aanhouden. Kies voor gezonde producten en varieer volop! Zo krijg je alle voedingsstoffen binnen die het lichaam nodig heeft. Eet dagelijks voldoende vezel. Vezels vind je in plantaardige producten zoals groente, fruit, volkorengraanproducten, peulvruchten en noten en zaden. Van vezels is bekend dat ze het risico kunnen verlagen op darmkanker. 

Daarnaast is het advies om niet meer dan 500 gram vlees per week te eten, waarvan maximaal 300 gram rood vlees, zoals rundvlees en varkensvlees. Bewerkt vlees, vleeswaren en vette vleessoorten staan niet in de schijf van vijf. Vanwege de negatieve effecten op de gezondheid geldt het advies niet te vaak vleeswaren, bewerkt vlees en vette vleessoorten te eten. 

Lees  hier meer tips over gezonde voeding. 

Regelmatige lichaamsbeweging kan bescherming bieden tegen darmkanker. Beweeg iedere dag minimaal 30 minuten. Het gaat hierbij om matig intensief bewegen zoals wandelen, fietsen of tuinieren. Neem bijvoorbeeld de trap in plaats van de lift, fiets naar je werk of ga een half uurtje wandelen na het eten. Verminder de tijd die je zittend doorbrengt. Bij overgewicht wordt per dag 60 minuten beweging geadviseerd.

Darmkanker komt vaker voor bij rokers dan bij niet-rokers. Ook (overmatig) alcoholgebruik vergroot de kans op darmkanker. 

Aanbeveling: Rook niet en drink liever geen alcohol of beperk de alcohol inname tot maximaal 1 glas per dag* 

*advies Gezondheidsraad 

Niet beïnvloedbare risicofactoren

Je hebt ook een grotere kans om darmkanker te krijgen bij een chronische ontsteking van de dikke darm. Zoals bij colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. De kans op darmkanker wordt zo’n tien jaar na de diagnose groter. Daarom krijgen mensen met chronische darmontsteking regelmatig een darmonderzoek.

De kanker kan terugkomen bij mensen die eerder darmkanker hebben gehad. Daarom blijven mensen een aantal jaren onder controle na de behandeling van darmkanker en endeldarmkanker.

Meestal speelt erfelijkheid geen rol bij darmkanker, maar heel soms wel. Bij sommige families komt opvallend veel darmkanker voor. De arts stelt dan voor om te onderzoeken of er erfelijke aanleg is voor darmkanker. Erfelijke aanleg betekent dat je een grotere kans hebt op darmkanker dan iemand zonder erfelijke aanleg. 

Aandoeningen die de kans op darmkanker kunnen vergroten: 

De arts kan deze aandoeningen opsporen met erfelijkheidsonderzoek. De arts kijkt dan bijvoorbeeld of er een fout in het APC-gen zit. Ook kan de arts onderzoeken of er sprake is van microsatelliet instabiliteit (MSI). 

Niet altijd wordt de oorzaak gevonden waarom er veel darmkanker voorkomt in families. Mensen uit families waar veel darmkanker voorkomt, krijgen regelmatig een darmonderzoek. 

Lees meer over erfelijke darmkanker.

Klachten bij darmkanker

De klachten van darmkanker kunnen heel verschillend zijn. Ze hangen ook af van de plek van de tumor. Je kan ook een tumor in je darmen hebben, zonder klachten te ervaren. Als je klachten hebt die op darmkanker kunnen wijzen, is het verstandig om op tijd naar de huisarts te gaan. Hoe eerder de diagnose darmkanker wordt gesteld, hoe meer kans er is op volledige genezing.

Herken de 7 alarmsignalen

De volgende klachten kunnen wijzen op darmkanker, maar dat hoeft niet. De klachten kunnen ook voorkomen bij andere ziekten dan kanker.

Bloed of slijm in je ontlasting kan door  darmkanker komen. Het bloed hoeft er niet altijd rood uit te zien, ook donkere (bijna zwarte) ontlasting kan betekenen dat er bloed in je ontlasting zit. Als er bloed bij je ontlasting zit, ga dan naar de huisarts. De huisarts kan dan onderzoeken wat de oorzaak is. 

Bekijk onze poeptest om te ontdekken wat gezond is én wat niet. 

Veranderende ontlasting kan door darmkanker komen. Bijvoorbeeld vaker of minder vaak naar de wc moeten dan normaal. Of de ene keer diarree, daarna verstopping en dan weer diarree. Ook als je ontlasting er anders uitziet dan je gewend bent, kan dit door darmkanker komen. 

Een verminderde eetlust is een van de alarmsignalen van darmkanker. Maar minder eetlust kan ook met iets anders te maken hebben, zoals stress of andere (darm) aandoeningen. 

Een aanhoudend, ongemakkelijk gevoel in de buik is een signaal dat er iets met je spijsvertering aan de hand is, bijvoorbeeld met je darmen. Er kan een tumor in de darmen zitten die het ongemakkelijke gevoel kan geven. Het kan ook een andere, meer onschuldige reden hebben. Zo kan je last hebben van verstopping of iets verkeerds hebben gegeten. Ook kan buikpijn komen door ernstige aandoeningen zoals een chronische darmontsteking (IBD), coeliakie of galstenen. 

Loze aandrang kan ook een symptoom zijn van darmkanker. Je voelt dan dat je moet poepen, maar er komt geen ontlasting. 

Door darmkanker kan je afvallen. Je verliest gewicht zonder te weten waarom. Dat kan komen door de tumor in je darmen.

Door een tumor in je darmen kan je bloed verliezen. Door dit bloedverlies kan je last krijgen van bloedarmoede. Door bloedarmoede kan je moe en duizelig worden.

Deze klachten kunnen te maken hebben met darmkanker, maar ook een andere oorzaak hebben. Ga naar de huisarts als je je zorgen maakt. Of als een van deze klachten na twee weken niet over is. Of als de klachten steeds terugkomen.

Wanneer naar de huisarts? 

Hoe eerder de diagnose darmkanker wordt gesteld, hoe meer kans er is op volledige genezing. Als je klachten hebt die op darmkanker kunnen wijzen, is het verstandig om op tijd naar de huisarts te gaan. En zit er bloed in je ontlasting? Dan is het altijd verstandig om naar de huisarts te gaan.

Iedereen heeft wel eens last van darmklachten of problemen met de stoelgang. Als deze klachten regelmatig terugkomen, of langer dan twee weken aanhouden, is het verstandig om naar de huisarts te gaan. Ook als je ouder bent dan 50 jaar en je voor het eerst darmklachten hebt, is het verstandig naar de huisarts te gaan.

Als meerdere mensen in jouw familie een vorm van darmkanker hebben of hebben gehad, is er een kans dat de darmkanker erfelijk is. Deze kans is ook aanwezig als één familielid op (zeer) jonge leeftijd darmkanker krijgt. Als je ongerust bent of darmkanker in jouw familie erfelijk is, kan je dit met jouw huisarts bespreken.

Bespreek je klachten en ongerustheid met je huisarts. De huisarts luistert naar je klachten en onderzoekt je en beoordeeld of verder onderzoek nodig is. Soms doet de huisarts een rectaal toucher: een onderzoek via de anus (het poepgat). Bij dit onderzoek voelt de huisarts met een vinger in de anus om de binnenkant van de endeldarm te onderzoeken. Als het nodig is, stuurt de huisarts je door naar een maag-darm-leverarts (MDL-arts) in het ziekenhuis.

Diagnose van darmkanker

Om de diagnose darmkanker vast te stellen zijn vervolgonderzoeken nodig. Mochten er aanwijzingen zijn, zal de huisarts je doorverwijzen naar het ziekenhuis. Daar worden de klachten opnieuw besproken. Ook wordt er bijna altijd een kijkonderzoek van de dikke darm (coloscopie) uitgevoerd om de juiste diagnose te kunnen stellen. Als er darmkanker gevonden is, kunnen er verschillende vervolgonderzoeken plaatsvinden. Deze geven meer inzicht in de uitgebreidheid en het stadium van de ziekte. Daarna kan er een keuze gemaakt worden voor de meest optimale behandeling.

Vervolgonderzoeken

Er zijn verschillende onderzoeken die de arts kan uitvoeren om te zien wat er precies aan de hand is. Zo zijn er verschillende kijkenonderzoeken en kan je bloed onderzocht worden. Ook is er aanvullend onderzoek mogelijk om bijvoorbeeld te bepalen of er uitzaaiingen zijn naar andere organen. DNA-onderzoek is soms nodig om de beste behandeling te bepalen, maar ook de risico's voor familieleden te onderzoeken. 

Er zijn verschillende soorten kijkonderzoeken. Bij een kijkenonderzoek gebruikt de arts een flexibele slang met een heel klein lampje en een camera. Deze slang wordt via de anus naar binnen geschoven en ‘kijkt’ binnen in de darm. Tijdens het onderzoek kan de arts poliepen en tumoren opsporen. Een groot voordeel is dat de arts direct ook kleine ingrepen kan uitvoeren. Zo kunnen bijvoorbeeld poliepen tijdens het onderzoek verwijderd worden. Ook kan de arts een hapje weefsel (biopt) nemen van een tumor of een ‘verdachte’ plek in het slijmvlies van de darm. Dezepoliepenen biopten worden vervolgens in het laboratorium onderzocht op onrustige of kwaadaardige cellen. Als er kwaadaardige cellen worden aangetroffen is er sprake van darmkanker. 

Veel mensen zien erg op tegen een kijkonderzoek van de darm. Bespreek je angst van tevoren met de arts. Meestal kan je kiezen voor een roesje (sedatie). Hierdoor word je slaperig en ben je je minder bewust van het onderzoek. 

  • Soorten kijkonderzoek
    Bij de coloscopie kijkt de arts voornamelijk naar de dikke darm. Bij een sigmoïdoscopie bekijkt de arts het laatste deel van de dikke darm, waar het sigmoïd zit. Het sigmoïd is een stuk van de dikke darm. Met een proctoscopie bekijkt de arts de binnenkant van de endeldarm en de anus. De endeldarm is het laatste deel van de dikke darm, het is de opslagplaats voor ontlasting en wordt van de buitenwereld afgesloten door de anus. De anus is de opening waardoor de ontlasting het lichaam verlaat.
    Is een inwendig kijkonderzoek niet mogelijk of niet voldoende? Bijvoorbeeld wanneer je conditie niet goed genoeg is voor een kijkonderzoek of omdat de arts niet de hele darm kon bekijken. Dan kan de arts een CT-colografie doen. Dit is een speciaal soort CT-scan van de dikke darm. Met deze scan kan de arts via je buikwand in de dikke darm kijken. Nadeel van dit onderzoek is dat er röntgenstraling gebruikt wordt en dat er voor het nemen van biopten alsnog een coloscopie nodig is. 

Bloedonderzoek naar CEA bij darmkanker 
Je krijgt altijd een bloedonderzoek als je misschien darmkanker hebt. De arts laat een aantal stoffen in het bloed onderzoeken. Bijvoorbeeld de stof hemoglobine, om te checken of je bloedarmoede hebt. Bloedarmoede komt veel voor bij darmkanker. Er wordt ook gekeken of er CEA in je bloed zit. CEA is de afkorting van carcino-embryonaal antigeen. CEA is een tumormarker. Dat betekent dat deze stof in het lichaam voorkomt bij kanker. Gezonde mensen hebben ook CEA in het bloed. Maar als er meer CEA in het bloed zit dan normaal, kan dat door darmkanker of een andere soort kanker komen. Dat hoeft trouwens niet. Ook door roken en andere zaken kan de hoeveelheid CEA hoger worden. 

Als de diagnose darmkanker is gesteld, is het nodig vast te stellen hoe ver de tumor is doorgegroeid in het omringende weefsel. Ook wordt er onderzocht of er uitzaaiingen zijn naar de lymfeklieren, naar de lever of naar andere organen. Er zijn verschillende aanvullende onderzoeken mogelijk: 

  • CT-scan
    Met een CT-scan kan de arts onderzoeken of de darmkanker is uitgezaaid. Darmkanker kan uitzaaien, bijvoorbeeld naar de lymfeklieren, de lever of naar het buikvlies of de longen. Op een CT-scan van de buik zijn eventuele uitzaaiingen in de lever, de lymfeklieren langs de lichaamsslagader (aorta) of op het buikvlies te zien. Als er meer onderzoek naar uitzaaiingen nodig is, kan de arts een echo van de lever of een MRI-scan van de buik laten maken. Darmkanker kan ook uitzaaien naar de longen. Dit onderzoekt de arts met een CT-scan van de borstkas. Zijn er uitzaaiingen in de longen, dan is soms een aanvullende scan nodig, bijvoorbeeld een PET-CT-scan. 
  • Onderzoek van een uitzaaiing (biopsie of punctie) 
    De arts kan ook een biopsie of een punctie nemen van iets wat misschien een uitzaaiing is. Dat is soms nodig als dit op een scan niet goed te zien is. Of om de juiste diagnose te stellen. De arts haalt dan met een naald een stukje weefsel of wat cellen weg. Het weefsel wordt dan onderzocht in het laboratorium. 
  • Echo van de lever bij darmkanker 
    Darmkanker zaait vaak uit naar de lever. Meestal krijg je een CT-scan, om te kijken of er uitzaaiingen in de lever zijn. Als de arts de uitzaaiingen beter wil bekijken, kan hij of zij bijvoorbeeld een echo van de lever maken. 

Soms kiest de arts ervoor om onderzoek te doen naar de ‘mismatch repair eiwitten’. Deze eiwitten heb je in je lichaam, om fouten in je DNA te herstellen. Soms is het nodig om te weten of deze eiwitten bij jou goed werken of niet. De uitslag van het onderzoek is belangrijk om de erfelijkheid te bepalen, maar ook voor je verwachtingen en de keuze voor de behandeling. 

Als de eiwitten bij jou niet goed werken, dan noemen we dit ‘microsatelliet instabiel’ (MSI). Een andere naam hiervoor is deficiënt MMR (dMMR). Als je een tumor hebt vanwege niet goed werkende eiwitten, dan noemen we dit een MSI-tumor. Dat kan het volgende voor je betekenen: 

  • Er is aanvullend onderzoek naar erfelijkheid. Een MSI-tumor kan namelijk een aanwijzing zijn dat er sprake is van erfelijke darmkanker.
  • Je krijgt misschien geen chemotherapie na de operatie. MSI-tumoren zijn mogelijk minder gevoelig voor chemotherapie.
  • Je krijgt misschien immunotherapie. Dit is alleen als de darmkanker uitgezaaid is naar andere organen. Immunotherapie werkt meestal goed bij MSI-tumoren.

Werken de eiwitten bij jou wel goed, dan heeft de tumor ‘proficiënt MMR’ (pMMR) of ‘microsateliet stabiel’ of MSS.

Er zijn twee redenen voor je arts om je DNA te onderzoeken op foute kankercellen. Het onderzoek kan nodig zijn om te bepalen wat een goede behandeling is. Ook kan de arts met DNA-onderzoek kijken of de darmkanker erfelijk is of niet. Dit onderzoek heet ook wel erfelijkheidsonderzoek. 

Voor het DNA-onderzoek kan de arts verschillende weefsel gebruiken: 

  • weefsel dat bij de biopsie weggehaald is tijdens het kijkonderzoek (de coloscopie)
  • weefsel van een uitzaaiing, dat bij een punctie is weggehaald
  • weefsel van de tumor, dat met een operatie is verwijderd 

Soms gebruikt je arts ook bloed voor aanvullend DNA-onderzoek. In het laboratorium wordt het stukje van de tumor of het bloed onderzocht. Er wordt dan gekeken of er fouten in het DNA van de kankercellen zitten. Een fout in het DNA heet een mutatie. 

Sommige DNA-mutaties komen veel voor bij darmkanker. Dat zijn bijvoorbeeld de RAS-mutatie, de BRAF-mutatie en de APC-mutatie. 

  • RAS-mutatie 
    Bij uitgezaaide darmkanker onderzoekt de arts of de tumor een RAS-mutatie heeft. Dan zit er een fout in het RAS-gen. Of de tumor een RAS-mutatie heeft of niet, maakt uit voor de behandeling. Zit bij jou de RAS-mutatie in de kankercellen, dan werkt bepaalde doelgerichte therapie namelijk niet. Het gaat om de medicijnen die EGF-remmers heten.  Bij ongeveer de helft van de mensen met darmkanker zit deze fout in de kankercellen. In gezonde cellen zorgt het RAS-gen voor het delen en groeien van de cellen. Zit er een fout in het RAS-gen, dan staat het RAS-eiwit altijd ‘aan’. Daardoor gaan de cellen ongecontroleerd groeien en delen. Zo kunnen de kankercellen blijven groeien.
  • BRAF-mutatie bij darmkanker
    Bij uitgezaaide darmkanker onderzoekt de arts of de tumor een BRAF-mutatie heeft. Dan zit er een fout in het BRAF-gen. Of de tumor een BRAF-mutatie heeft of niet, maakt uit voor de behandeling. Als de tumor deze mutatie heeft, kan je een bepaald soort doelgerichte therapie krijgen. Het gaat om de medicijnen die BRAF-remmers en EGF-remmers heten. Ongeveer 8% van de darmkankertumoren heeft een fout in het BRAF-gen. In gezonde cellen zorgt het BRAF-gen ervoor dat cellen delen en groeien. Zit er een fout in het BRAF-gen, dan gaan de cellen ongecontroleerd delen en groeien. Zo kunnen de kankercellen blijven groeien en ontstaat er een tumor. 

Behandeling van darmkanker

Na de diagnose van darmkanker krijg je een behandelplan. Hierin staat welke behandelingen het best passen bij jouw situatie. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk bij darmkanker. Welke behandeling voor jou het beste is, is afhankelijk van verschillende factoren. Het stadium van de kanker is belangrijk en ook persoonlijke factoren spelen een rol. Hoe goed is je lichamelijke conditie? Waar zit de darmtumor precies en zijn er uitzaaiingen? En natuurlijk, wat wil je zelf? De behandelend arts stelt het behandelplan op samen het team van verschillende specialisten die bij de behandeling betrokken zijn. Het behandelplan wordt gemaakt op basis van de landelijke richtlijn voor colorectaal carcinoom. Colorectaal carcinoom betekent 'kanker in de dikke darm of in de endeldarm'.

Bij de behandeling van darmkanker kan je met de volgende zorgverleners te maken krijgen: 

  • MDL-arts
  • Chirurg
  • Radioloog 
  • Radiotherapeut 
  • Internist-oncoloog 
  • Casemanager (verpleegkundige of verpleegkundig specialist)

Curatieve behandeling 

Zo mogelijk krijg je een curatieve behandeling, dit is een behandeling die gericht is op genezing. Je wordt bijvoorbeeld geopereerd, waarbij de chirurg de tumor en het omliggende weefsel verwijdert. Naast een operatie is chemotherapie een van de meest toegepaste behandelingen bij darmkanker, eventueel in combinatie met doelgerichte therapie (uitleg hieronder). Er wordt veel onderzoek gedaan naar nieuwe behandelingen. De behandelaar bespreekt met je welke behandeling in jouw situatie de beste resultaten kan geven. 

Heb je een tumor in de endeldarm (rectumcarcinoom) dan is de behandeling anders dan bij een tumor ergens anders in de dikke darm. Lees meer over de behandeling van endeldarmkanker

Palliatieve behandeling 

Als genezing niet meer mogelijk is, krijg je een palliatieve behandeling. Deze behandeling is erop gericht de ziekte zoveel mogelijk af te remmen en de klachten te verminderen.

Keuzehulp voor patiënten met uitgezaaide dikkedarmkanker

Wat betekent de behandeling van uitgezaaide dikkedarmkanker voor het dagelijks leven? Welke behandeling past het beste? Na de diagnose uitgezaaide dikkedarmkanker komt er veel op je af. Bijvoorbeeld het uitstippelen van een (levensverlengend) behandelplan. Wat vind je als patiënt belangrijk en wat zijn je doelen? De Dikkedarmkanker keuzehulp helpt je hierover na te denken en grip te krijgen op de behandelmogelijkheden. Naast een keuzehulp is er ook een gesprekshulp ontwikkeld. Deze gesprekshulp helpt je bij het voorbereiden van het gesprek met je arts.

Verschillende behandelingen bij darmkanker

Behalve de tumor verwijdert de chirurg aan beide kanten van de tumor ook een stukje gezond weefsel en een deel van het vet met lymfeklieren vlak bij de tumor. Deze lymfeklieren worden in een laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van kankercellen. Afhankelijk van de uitslag bepaalt de arts of er een reden is om aanvullend chemotherapiete adviseren.

Bijchemotherapie krijg je medicijnen toegediend die de celdeling remmen, met als doel het doden van kankercellen. Deze medicijnen worden ook wel cytostatica genoemd. Er zijn verschillende soorten chemotherapie. Een medicijn dat bij darmkanker bijna altijd gebruikt wordt is 5-fluorouracil (5-FU), vaak in combinatie met andere cytostatica. Een nadeel van het combineren van cytostatica is dat mensen vaak meer last hebben van bijwerkingen

Patiënten met vergevorderde darmkanker met uitzaaiingen elders in het lichaam, kunnen worden behandeld met doelgerichte therapie in de vorm vanmonoklonale antilichamen. Deze antilichamen kunnen de groei van de tumor op verschillende manieren remmen. De antilichamen worden meestal toegevoegd aan de chemotherapie, maar soms worden ze ook apart gegeven. 

RAS test
Voor of tijdens de doelgerichte therapie wordt een RAS test gedaan. De uitslag van deze DNA test bepaalt of een behandeling met EGFR-remmers wel of niet effect zal hebben. EGFR-remmers zijn specifiekemonoklonale antilichamendie de deling van kankercellen remmen. Bij iets meer dan de helft van de mensen met darmkanker is er een foutje in het RAS gen aanwezig, waardoor een behandeling met antilichamen niet werkt. 

Prognose per stadium

De vooruitzichten, ofwel de prognose, zijn afhankelijk van het stadium van de darmkanker. Met stadium bedoelen we hoe ver de ziekte is. Hoe eerder de ziekte wordt ontdekt, des te gunstiger zijn de vooruitzichten. Daarnaast zijn er nog andere factoren die van invloed zijn. Bijvoorbeeld jouw leeftijd, lichamelijke conditie en hoe je reageert op een behandeling. Ook maakt het uit of er fouten in het DNA van de kankercellen zitten of niet. En of de tumor een micro-instabiele (MSI)-tumor is of niet. Aan de hand van het stadium bepaalt de arts samen met jou welke behandeling mogelijk is. Soms is voor de operatie niet duidelijk of en hoe ver de tumor door de darmwand is gegroeid. Ook is het vaak onduidelijk of er uitzaaiingen zijn naar lymfeklieren in de buurt van de tumor. Na de operatie wordt het stadium van darmkanker pas definitief vastgesteld.

Jouw vooruitzichten kan je het beste met je behandelend arts bespreken. Al is het ook voor een arts onmogelijk om met zekerheid te voorspellen hoe de darmkanker zich bij jou zal ontwikkelen. Het stadium zegt iets over:

  • waar de tumor zit
  • hoe groot de tumor is
  • of de tumor in ander weefsel of organen in de buurt van de tumor is gegroeid
  • of er uitzaaiingen zijn en waar

Met deze informatie kan de arts een behandeling voorstellen. Je hoort dan ook meer over je vooruitzichten. Bij darmkanker zijn er 4 stadia. Weet je het stadium van jouw darmkanker niet? Je kan dit navragen bij je arts. Het staat ook in je patiëntendossier.

Stadia

Vooruitzichten worden vaak gegeven in een vijfjaarsoverleving. Dit is het percentage van de totale groep darmkankerpatiënten dat vijf jaar na de diagnose nog in leven is. Onderstaande percentages zijn de gemiddelde cijfers die zijn gemeten over een grote groep patiënten. Houd daarom altijd in je achterhoofd dat het een gemiddelde is en dat jouw vooruitzichten anders kunnen zijn.

    • Stadium 0
      Er is een verdenking op kanker, de kanker is in ontwikkeling, bijvoorbeeld een poliep met onrustige, maar nog goedaardige cellen. Dit is het voorstadium van darmkanker. Soms bevat een poliep ook enkele kwaadaardige cellen, maar in dit stadium zijn deze nog heel oppervlakkig aanwezig (beperkt tot de binnenste laag van de dikke darm, het slijmvlies).

    • Stadium I
      De tumor beperkt zich tot de darmwand zelf. De vijfjaarsoverlevingskans is 96%.

    • Stadium II
      De tumor is door de darmwand heen gegroeid, maar niet uitgezaaid naar de lymfeklieren. De vijfjaarsoverlevingskans is 88%.

    • Stadium III
      De tumor is uitgezaaid in de lokale lymfeklieren. De vijfjaarsoverlevingskans is 75%.

    • Stadium IV
      De tumor is uitgezaaid naar verder gelegen lymfeklieren of andere organen/weefsels in het lichaam. De vijfjaarsoverleving is met name in deze groep erg afhankelijk van de (operatieve) behandelingsmogelijkheden van de uitzaaiingen.

In dit geval is de diagnose ‘darmkanker’ niet gesteld, maar is er wel verdenking op kanker. Vaak gaat het om een poliep met onrustige cellen, die meestal nog goedaardig en heel oppervlakkig aanwezig zijn. Dit heet dysplasie. Het gaat hier om een voorstadium van kanker.Poliepenkunnen bijna altijd verwijderd worden tijdens een kijkonderzoek van de darm (coloscopie). Bij grote poliepen, of poliepen die door hun vorm lastig te verwijderen zijn, is soms een (kijk)operatie noodzakelijk. 

In een laboratorium wordt de verwijderde poliep onderzocht op de aanwezigheid van kwaadaardige of onrustige cellen. Als een poliep kwaadaardig is, dan spreken we van darmkanker. Het type poliep, de grootte en de plaats waar de poliep is gevonden, bepalen de verdere behandeling. 

Bij stadium 1 darmkanker zit de tumor binnenin de darmwand. Meestal is de behandeling bij stadium 1 darmkanker een coloscopie of een operatie. Soms kan de tumor verwijderd worden tijdens een coloscopie. Het weggehaalde weefsel gaat daarna voor onderzoek naar het laboratorium. Uit het onderzoek blijkt soms dat alsnog een operatie nodig is. De chirurg kan de tumor ook verwijderen tijdens een operatie.

Bij stadium 2 darmkanker is de tumor door de darmwand heen gegroeid. Bijvoorbeeld in het vetweefsel om de darm heen of in een ander orgaan. Meestal krijg je bij stadium 2 darmkanker een operatie, eventueel gevolgd door chemotherapie. Tijdens de operatie verwijdert de chirurg de tumor. De chirurg verwijdert ook de lymfeklieren in de buurt van de tumor. Soms stelt de arts chemotherapie voor na de operatie bij mensen met stadium 2 darmkanker. Dat is alleen nodig als er een verhoogde kans is dat de tumor terugkomt na de operatie. Door chemotherapie is de kans op terugkeer van de kanker kleiner.

Bij stadium 3 zijn er uitzaaiingen in de lymfeklieren rondom de tumor. Er zijn geen uitzaaiingen op andere plekken in het lichaam. Meestal krijg je bij stadium 3 darmkanker een operatie, meestal gevolgd door chemotherapie. Tijdens de operatie verwijdert de chirurg de tumor en de lymfeklieren in de buurt van de tumor. Na de operatie stelt de arts adjuvante (aanvullende) chemotherapie voor. Deze chemotherapie is bedoeld om ook de uitzaaiingen die je niet kunt zien en er mogelijk wel zijn te doden. Hierdoor is de kans dat de uitzaaiingen terugkomen, kleiner. Of je arts de chemotherapie voorstelt, hangt af van je conditie en hoe je herstelt van de operatie.

Bij stadium 4 darmkanker zijn er uitzaaiingen elders in het lichaam. Bijvoorbeeld in de lever of op het buikvlies. Welke behandeling mogelijk is, ligt aan hoeveel uitzaaiingen er zijn en waar ze in het lichaam zitten. Je arts zal dit met je bespreken. 

Mogelijke behandelingen bij uitgezaaide darmkanker zijn: 

  • Operatie van de uitzaaiing bij één of enkele uitzaaiingen in de lever of in de longen
  • Warmte-ablatie met RFA of MWA bij één of enkele uitzaaiingen in de lever of in de longen
  • Bestraling bij één of enkele uitzaaiingen in de lever of in de longen
  • Bij uitzaaiingen op het buikvlies: CR/HIPEC
  • Bij veel uitzaaiingen in het lichaam: chemotherapie, soms samen met doelgerichte therapie. 

De behandeling is meestal bedoeld om het leven te verlengen en de klachten te verminderen. Het uitgangspunt is een goede kwaliteit van leven. Als er niet veel uitzaaiingen zijn, is soms wel genezing mogelijk. Een behandeling heeft ook gevolgen, het is belangrijk dat je met je arts de voordelen en de nadelen van de behandeling afweegt.  

Als je twijfelt over een behandeling

Twijfel je over een (verdere) behandeling? Praat erover met je arts of verpleegkundige. Ook is een behandeling niet verplicht. Je hebt altijd de keuze om niet te starten met een behandeling. Je kunt ook stoppen met een behandeling.

Uitgezaaide darmkanker

Darmkanker kan uitzaaien naar andere plekken in het lichaam. Naar de lymfeklieren in de buurt van de tumor of naar andere plekken in het lichaam. Uitzaaiingen zijn kankercellen die zijn losgekomen van de tumor en ergens anders in het lichaam terechtgekomen zijn. Een ander woord voor uitzaaiingen is metastasen. Vaak komen uitzaaiingen van darmkanker eerst in de lymfeklieren terecht. Later kunnen ook uitzaaiingen in andere organen ontstaan, bijvoorbeeld in de lever, longen of op het buikvlies. 

Bij ongeveer 1 op de 4 mensen met darmkanker zijn er uitzaaiingen in de lymfeklieren in de buurt van de tumor (en geen uitzaaiingen in andere organen) bij de diagnose. Deze uitzaaiingen heten ‘regionale uitzaaiingen’ omdat ze in de regio van de tumor zitten. Als het mogelijk is, verwijdert de chirurg deze uitzaaiingen tijdens de operatie van de darm en stelt de arts chemotherapie voor na de operatie. 

Lees meer over uitgezaaide darmkanker op kanker.nl.

Uitzaaiingen in de lever komen veel voor bij darmkanker. De meeste mensen met uitgezaaide darmkanker hebben uitzaaiingen in de lever. Zijn er uitzaaiingen in de lever, dan heb je geen leverkanker. Het zijn darmkankercellen in de lever. Je arts vertelt welke behandeling je kunt krijgen bij uitzaaiingen in de lever. Dat ligt bijvoorbeeld aan hoeveel uitzaaiingen er zijn en hoe groot ze zijn. 

Lees meer over uitgezaaide darmkanker op kanker.nl.

Darmkanker kan ook uitzaaien naar het buikvlies. Het buikvlies zit om de organen in de buikholte heen. Dit kan gebeuren als de tumor door de darmwand groeit en kankercellen loskomen en in de buikholte terechtkomen. De cellen kunnen op het buikvlies terechtkomen. 

Je arts vertelt welke behandeling je kunt krijgen bij uitzaaiingen op het buikvlies. Dat ligt bijvoorbeeld aan hoeveel uitzaaiingen er zijn en hoe groot ze zijn. Ook is het belangrijk hoe je conditie is. Een behandeling die soms mogelijk is bij buikvliesuitzaaiingen is de HIPEC-behandeling. 

Lees meer over de HIPEC-behandeling op kanker.nl.

Ook uitzaaiingen van darmkanker in de longen komen voor. Zijn er uitzaaiingen in de longen, dan heb je geen longkanker. Het zijn darmkankercellen die in één long of in beide longen terechtgekomen zijn. Je arts vertelt welke behandeling je kunt krijgen bij uitzaaiingen in de longen. Dat ligt bijvoorbeeld aan hoeveel uitzaaiingen er zijn en hoe groot ze zijn. 

Lees meer over uitgezaaide darmkanker op kanker.nl.

Onderzoek naar nieuwe behandelingen (trials)

Er zijn ook behandelingen waar artsen nog onderzoek naar doen. Zo’n onderzoek heet een trial. In een trial onderzoeken artsen bijvoorbeeld een nieuwe behandeling of een combinatie van behandelingen. Maar ook onderzoek naar kwaliteit van leven. Trials zijn er niet alleen voor uitgezaaide darmkanker of als er helemaal geen behandeling meer is. Vraag je arts of je mee kunt doen aan een trial of bekijk de trials voor darmkanker op kanker.nl.

Nazorg bij darmkanker 

Na een behandeling van darmkanker blijf je in principe nog vijf jaar onder controle, dit wordt ook wel nazorg of follow-up genoemd. Deze controles vinden tijdens de eerste drie jaar vaker plaats dan daarna. Het doel van nazorg van darmkanker is: 

  • het opsporen van mogelijke recidieven. Een recidief is een tumor die is teruggekeerd na een eerdere behandeling. Een lokaal recidief ontstaat altijd op dezelfde plaats als de eerste tumor
  • het opsporen van nieuwe uitzaaiingen in andere organen
  • controle op mogelijke nieuwe darmpoliepen of tumoren
  • het in kaart brengen en behandelen van de gevolgen van de behandeling
  • het tijdig onderkennen van eventuele problemen, bijvoorbeeld met de verwerking van de diagnose en ingreep
  • psychosociale zorg als dat nodig is.

De behandeling van darmkanker is volop in verandering. Hierdoor zal de nazorg in de komende jaren ook gaan veranderen en steeds meer maatwerk worden. Aan het begin van het traject hoor je waar de nazorg uit zal bestaan, hoe vaak controles plaatsvinden en door wie ze worden uitgevoerd. 

Sommige mensen vinden het een prettig en veilig idee om regelmatig naar het ziekenhuis terug te gaan. Anderen zien juist erg op tegen deze controlemomenten. Bij iedere controleafspraak spelen angst en onzekerheid onvermijdelijk weer op. Na vijf jaar is de kans op terugkeer van de ziekte zo klein geworden dat het niet zinvol meer is om daar onderzoek naar te doen. De arts controleert dan alleen nog op nieuwe poliepen of nieuwe tumoren. 

Dit kun je zelf doen bij darmkanker

Een diagnose darmkanker betekent nogal wat. Je komt volop in de zorg terecht. Daarbij brengt de behandeling veel onzekerheden. Hieronder vind je allerlei zaken waar jij en je naasten mee te maken kunnen krijgen als je darmkanker hebt. Wat je zelf kan doen aan de klachten die er soms bij horen en wanneer het verstandig is om te overleggen met je huisarts. Hoe de zorg er voor jou uitziet, hangt natuurlijk af van jouw persoonlijke situatie en de klachten die je tijdens en na de behandeling hebt.

Veelvoorkomende klachten

Er zijn verschillende klachten die kunnen voorkomen bij darmkanker. Veel mensen hebben problemen met de ontlasting, zoals diarree of verstopping. Maar ook pijn door de tumor of vermoeidheid komt voor.   

Problemen met je ontlasting

Vrij snel na de operatie kun je last krijgen van diarree of dunne ontlasting. Vaak gaat de diarree na een aantal weken vanzelf over. Je ontlasting kan wel dunner blijven dan voor de operatie.

Heb je veel last van de diarree of is het na een paar weken niet over? Bespreek het dan met je arts of diëtist. Misschien zijn medicijnen nodig of advies over wat je beter wel of niet kan eten en drinken. Bekijk de tips die kunnen helpen bij diarree.

Verstopping komt vaak voor bij mensen met darmkanker. De ontlasting kan dan niet verder de darmen door. Verstopping kan door de tumor zelf komen, maar kan ook ontstaan als gevolg van een operatie.

Na de operatie maakt de chirurg de stukken darm aan elkaar. Op de plek waar de naad zit, kan de ontlasting soms moeilijker verder. Dat kan komen door een vernauwing van het litteken op de plek van de naad. Of als het stukje darm minder goed kan samenknijpen. Door de verstopping kun je pijn in je buik krijgen of misselijk worden. Of je moet ervan overgeven. Genoeg drinken is belangrijk om verstopping tegen te gaan. Drink minstens 1,5-2 liter per dag. Ook is het belangrijk om genoeg vezels te eten, bijvoorbeeld uit groenten en fruit en uit volkorenproducten. En als het weer kan, is het belangrijk om voldoende te bewegen.

Als de verstopping hierdoor niet weggaat, kan meer begeleiding nodig zijn. Laat het aan je arts of diëtist weten als je last hebt van verstopping. Zij kunnen je begeleiden en tips geven.

Meer tips over verstopping lees je hier. 

Loze aandrang komt veel voor bij mensen met darmkanker. Het voelt alsof je moet poepen, maar er komt niks. Het gevoel kan komen door de tumor zelf die je voelt. Of als ontlasting ergens in de darmen zorgt voor een opstopping. Ook kan de tumor in de darm ervoor zorgen dat de ontlasting niet verder kan. Dat kan voelen alsof je naar de wc moet.

Veel mensen die darmkanker hebben of gehad hebben moeten vaker naar de wc dan voor de operatie. Dat is heel normaal en erg vervelend. En er zijn verschillende oorzaken voor. Misschien heb je last van loze aandrang door de tumor. Of misschien is het lastig om te voelen of je een wind moet laten of echt moet poepen. Je kunt hier blijvend last van houden. Het is altijd goed deze klachten met je arts of diëtist te bespreken. Zij kunnen je doorverwijzen naar bijvoorbeeld een bekkenbodemfysiotherapeut als dat nodig is.

Heb je last van een van deze problemen, of heb je andere klachten? Over veel klachten kun je verder lezen op de website voedingenkankerinfo.nl. Je vindt daar ook algemene tips die kunnen helpen. 

Pijn bij darmkanker

Pijn kan een klacht zijn bij darmkanker. Meestal ontstaat de pijn als de tumor groter is of als er uitzaaiingen zijn. Niet iedereen met darmkanker heeft pijn. De pijn kan meerdere oorzaken hebben:

  • pijn door de tumor zelf, als de tumor ergens tegenaan drukt in het lichaam
  • buikpijn of buikkramp als de tumor zorgt voor verstopping
  • pijn door uitzaaiingen

Je kan ook last krijgen van pijn door de behandeling:

  • pijn aan het litteken na een operatie
  • pijn als de tumor zenuwen beschadigd heeft, of als er bij de operatie zenuwen beschadigd zijn.

Ook als je veel op bed ligt kun je last krijgen, bijvoorbeeld pijn van de doorligplekken.

Pijn heeft vaak een grote impact op je leven. Bespreek het daarom met je arts of verpleegkundige als je pijn hebt zodat ze kunnen kijken of er iets tegen je pijn te doen is. Door emoties kan de pijn ook heftiger worden. Bespreek je zorgen en angst ook met je arts of verpleegkundige. Meer informatie over bijkomende klachten als vermoeidheid en angst vind je op de pagina leven met kanker.

Vind hulp bij je klachten

Blijf niet te lang rondlopen met je klachten, bespreek ze met je arts of een diëtist. Zij kunnen meer uitleggen en inschatten of er een behandeling nodig is. Het is belangrijk dat je diëtist ervaring heeft met mensen met kanker. Zo’n gespecialiseerde diëtist heet een oncologiediëtist. Via kanker.nl/vind-hulp kan je een diëtist vinden die ervaring heeft met mensen het begeleiden van met mensen met kanker. Er zijn ook andere hulpverleners die kunnen helpen bij problemen met de ontlasting. Bijvoorbeeld een bekkenbodemtherapeut. Je kan je arts om een verwijzing vragen.

Goede voeding bij darmkanker

Gezond eten is belangrijk bij darmkanker. Om te herstellen na de behandeling en om te zorgen dat je minder last hebt van bijwerkingen. Veel mensen hebben vragen over wat gezonde voeding is bij darmkanker. Het is altijd belangrijk om gezond te eten volgens de richtlijn. De website van Voeding en Kanker geeft veel informatie en tips over voeding bij kanker.

Een stoma bij darmkanker

Wanneer bij darmkanker de ontlasting niet meer via de anus het lichaam kan of mag verlaten, dan krijg je een stoma. Je hoort van je behandelend arts of dit voor jou geldt. En of je stoma tijdelijk is of blijvend. Lees hier meer over een stoma.

Erfelijke en familiaire darmkanker

Veel van wat we erven is te zien, maar niet alles. Ook ziekten die niet aan de buitenkant te zien zijn kunnen erfelijk zijn. Zo ook darmkanker. Check of dat voor jou kan gelden.

Je staat er niet alleen voor

Kanker is niet alleen een aanslag op je lichaam. Je krijgt ook met allerlei emoties te maken, zoals angst, verdriet, boosheid en machteloosheid. Het is best moeilijk om daar goed mee om te gaan. Merk je dat je er zelf niet uitkomt? Blijf er dan vooral niet mee rondlopen, maar zoek ondersteuning bij professionals of bij lotgenoten.

Stichting Darmkanker

Stichting Darmkanker is de plek waar mensen met darmkanker terecht kunnen. De stichting staat hen bij, in welke fase van het proces zij zich ook bevinden. Van diagnose tot behandeling, van herstel tot leven met de gevolgen ervan, en óók als geen genezing mogelijk is. Kwaliteit van leven staat in al deze fases centraal. 

Kanker.nl

Kanker.nl is de centrale plek voor alle informatie over kanker. Ook is er een community waarin je veilig anderen kan ontmoeten en tips en ervaringen met elkaar delen. Heb je een persoonlijke vraag? Die kun je via de telefoon of chat stellen aan de voorlichters van kanker.nl óf aan een van de professionals. Daarnaast biedt kanker.nl een overzicht van hulpverleners bij jou in de buurt en handige tools om zelf mee aan de slag te gaan.

Veelgestelde vragen over darmkanker en het bevolkingsonderzoek

Lees hier de meeste gestelde vragen en antwoorden over darmkanker en het bevolkingsonderzoek darmkanker. We kunnen geen persoonlijke medische adviezen geven en hebben geen artsen in dienst. Voor persoonlijke vragen is ons advies om contact met je huisarts op te nemen.  

Dit doet MDL Fonds voor darmkanker

MDL Fonds zet zich in om darmkanker te voorkomen, te bestrijden en de gevolgen ervan voor patiënten te verminderen. Dit doen wij door voorlichting te geven en innovatief onderzoek te financieren. Darmkanker is vaak goed te behandelen als je er op tijd bij bent. Daarom hebben we er mede voor gezorgd dat het bevolkingsonderzoek darmkanker er is gekomen. Wij kunnen ons werk echter alleen doen met de steun van donateurs.

Kies frequentie
Kies bedrag
Darmkanker wordt vaak te laat ontdekt bij jongere mensen. Dat heeft grote gevolgen, vooral als je vol in het leven staat. Met ons onderzoek willen we achterhalen hoe darmkanker op jongere leeftijd ontstaat.
Prof. Dr. Monique van Leerdam

Colofon

Deze informatie hebben we geschreven in samenwerking met kanker.nl.

Meegewerkt hebben:
Stichting Darmkanker Nederland
Stomavereniging
DCCG
NVMDL

Personen:
Mensen die darmkanker hebben of hebben gehad
Prof. dr. Hans de Wilt, chirurg-oncoloog RadboudUMC
Dr. Jeanine Roodhart, internist-oncoloog, UMC Utrecht
Dr. Matthijs Kramer, MDL-arts, MUMC+
Rachel van Eijk, MDL-arts, DC Klinieken Breda

Laatst herzien:
oktober 2024

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang maandelijks nieuws en info over een gezonde buik.

Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
JJJJ dash MM dash DD