Doneer

Endeldarmkanker

Endeldarmkanker is kanker die in de endeldarm is ontstaan. De endeldarm is het laatste stuk van de dikke darm.

Endeldarmkanker

Wat is endeldarmkanker?

Endeldarmkanker is kanker die in de endeldarm is ontstaan. De endeldarm is het laatste stuk van de dikke darm. Er is sprake van endeldarmkanker als er een kwaadaardige tumor in de laatste 15 centimeter van de dikke darm (vanaf de anus) zit. Endeldarmkanker lijkt veel op dikke darmkanker. De behandeling is soms anders en het gevolg ervan. Endeldarmkanker ontstaat meestal uit een poliep. Een poliep is een goedaardige voorloper van endeldarmkanker. Veel mensen hebben een poliep. Het is een soort bobbeltje binnenin de darm dat kan uitgroeien tot een kwaadaardig gezwel. Bij de meeste poliepen gebeurt dit niet.

Bij kanker is de celdeling in het lichaam verstoord. De cellen die door deze verstoorde celdeling ontstaan, hebben geen nut en hopen zich op. Bij endeldarmkanker gebeurt dat in de endeldarm. Ze vormen een kwaadaardig gezwel, ook wel een tumor of kanker genoemd. De tumor in de endeldarm kan steeds groter worden en door de verschillende lagen van de darmwand heen groeien. Ook kunnen er cellen losraken van de tumor. Via de bloedbaan of het lymfestelsel verspreiden deze cellen zich verder door het lichaam. Daar kunnen ze weer uitgroeien tot nieuwe tumoren, ook wel uitzaaiingen genoemd.

Cijfers over endeldarmkanker

  • In Nederland kregen in 2023 ongeveer 3.000 mensen de diagnose endeldarmkanker.
  • In 2022 overleden er meer dan 1.000 mensen aan deze ziekte.
  • Vroege opsporing van endeldarmkanker is belangrijk. Hoe eerder bekend is of het echt darmkanker is, hoe beter de behandelmogelijkheden en hoe groter de kans op overleven.
  • Wanneer men er op tijd bij is, is de overlevingskans na 5 jaar ongeveer 95%. Wanneer men er laat achter komt is dat maar 14%.

De dikke darm is het laatste deel van de spijsvertering en is ongeveer 1,5 meter lang. De dikke darm ligt in je buik om je dunne darm heen. In de dikke darm worden vocht en zouten uit de voedselbrij gehaald, zodat er ontlasting ontstaat. Met knijpbewegingen wordt de ontlasting naar het einde van de dikke darm geduwd, de endeldarm. Daarnaast leven er miljarden bacteriën, virussen, gisten en schimmels in de darmen die enorm goed werk voor je doen. Samen heten ze het microbioom. De endeldarm (rectum) is het laatste deel van de dikke darm. In de endeldarm wordt ontlasting tijdelijk opgeslagen. Zodra de endeldarm vol is, gaat er een seintje naar de hersenen en ontstaat het gevoel van aandrang om naar het toilet te gaan.

Oorzaken van endeldarmkanker

Er is niet één duidelijke oorzaak van endeldarmkanker. Wel zijn er dingen die de kans vergroten. Endeldarmkanker ontstaat uit poliepen. Vooral bij mensen boven de 50 jaar komen poliepen in de darm vaak voor. De meeste poliepen zijn goedaardig en blijven dat ook, maar een klein aantal kan het kwaadaardig worden. Het is niet bekend waarom sommige poliepen uitgroeien tot kanker en andere niet.

De kans op endeldarmkanker neemt toe met de leeftijd. Ook leefstijl, voeding en omgeving spelen een rol. Een gezonde leefstijl kan het risico verkleinen. Mensen die eerder endeldarmkanker hebben gehad of een chronische darmontstekingsziekten hebben, zoals colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn, hebben een verhoogde kans op darmkanker. In vijf procent van de gevallen is erfelijkheid de oorzaak.

Preventie en risicofactoren van endeldarmkanker

Sommige factoren vergroten de kans op endeldarmkanker. Dit noemen we risicofactoren. Er zijn factoren waar je niets aan kan doen, en factoren die je kan beïnvloeden. Het is belangrijk om op de beïnvloedbare factoren te letten om de kans op kanker te verkleinen. Maar zelfs dan kan je nog steeds endeldarmkanker krijgen.

Niet beïnvloedbare risicofactoren

De kans op endeldarmkanker neemt toe met de leeftijd, vooral bij mensen boven de 50 jaar. Jongeren krijgen zelden deze vorm van kanker, en als het gebeurt is het vaak erfelijk

Soms is endeldarmkanker erfelijk. In sommige families komt de ziekte vaker voor. Als dit het geval is, kan de arts een erfelijkheidsonderzoek aanraden om te zien of er een verhoogd risico is.

Aandoeningen die de kans op darmkanker kunnen vergroten:

  • Het Lynch-syndroom
    • Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP of AFAP)
    • MUTYH geassocieerde Polyposis (MAP)

Lees meer over erfelijke darmkanker.

Mensen die eerder endeldarmkanker hebben gehad, hebben een grotere kans dat het terugkomt. Daarom blijven mensen na de behandeling enkele jaren onder controle

Bij aandoeningen zoals colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn is er een verhoogd risico op darmkanker. Vooral na tien jaar met deze ziekte. Daarom krijgen mensen met chronische darmontsteking regelmatig een darmonderzoek.

Beinvloedbare risicofactoren

Overgewicht, vooral rond de buik, vergroot de kans op endeldarmkanker. Zorg daarom voor een gezond gewicht. Aan de andere kant moet ondergewicht ook voorkomen worden.

Dagelijks minstens 30 minuten matig intensief bewegen, zoals wandelen, fietsen, of tuinieren, helpt de kans op endeldarmkanker te verkleinen. Bij overgewicht wordt 60 minuten per dag aangeraden.

Een westers voedingspatroon vergroot de kans op darmkanker. Voor een gezond dieet, eet gevarieerd en kies vezelrijke producten zoals groenten, fruit, en volkorenproducten. Van vezels is bekend dat het, het risico op darmkanker kunnen verlagen. Beperk je vleesinname tot 500 gram per week, met niet meer dan 300 gram rood vlees. En eet geen bewerkt vlees, zoals vleeswaren of worst.

Endeldarmkanker komt vaker voor bij rokers dan bij niet-rokers. Rook daarom niet. Ook (overmatig) alcoholgebruik vergroot de kans op endeldarmkanker. Het beste is om geen alcohol te drinken, of in ieder geval niet meer dan 1 glas per dag. Ook kleine hoeveelheden zijn niet goed voor je lichaam

Lees hier meer tips hoe je goed voor jezelf kan zorgen.

Klachten bij endeldarmkanker

Endeldarmkanker kan verschillende klachten geven. Het is belangrijk om bij klachten snel naar de huisarts te gaan. Hoe eerder de diagnose wordt gesteld, hoe meer kans er is op volledige genezing.

Een tumor in de endeldarm geeft over het algemeen eerder klachten dan een tumor die hoger in de dikke darm zit. Omdat in de dikke darm de ontlasting wordt ingedikt, kan de ontlasting door een tumor lastiger passeren. Waardoor eerder klachten ontstaan.

Alarmsignalen van endeldarmkanker

Bij een tumor in de endeldarm is een verandering in de normale stoelgang het meest voorkomende klacht. Er is vaak sprake van loze ontlastingsdrang, dunnere ontlasting, regelmatig kleine hoeveelheden ontlasting en bloed- en/of slijmverlies via de anus. Ook kun je pijn ervaren bij je zitvlak. De volgende klachten komen door endeldarmkanker, maar dat hoeft niet. De klachten kunnen ook voorkomen bij anderen ziekten dan kanker

Bloed of slijm in je ontlasting kan door endeldarmkanker komen. Het bloed hoeft er niet altijd rood uit te zien, ook donkere (bijna zwarte) ontlasting kan betekenen dat er bloed in je ontlasting zit. Als er bloed bij je ontlasting zit, ga dan naar de huisarts om het verder te onderzoeken.

Als je ontlasting anders is en dit niet overgaat, zoals vaker naar de wc moeten, diarree afwisselend met verstopping, of dunnere ontlasting, kan dit een teken zijn van endeldarmkanker.

Dit is het gevoel dat je moet poepen, maar er komt niets. Ook dit kan een symptoom zijn van endeldarmkanker.

Door endeldarmkanker kan je afvallen. Je verliest gewicht zonder te weten waarom. Dat kan komen door de tumor in je darmen.

Door een tumor in je darmen kan je bloed verliezen. Door dit bloedverlies kan je last krijgen van bloedarmoede. Door bloedarmoede kan je moe en duizelig worden.

Een verminderde eetlust kan een teken zijn van endeldarmkanker. Minder eetlust kan ook met iets anders te maken hebben, zoals stress of andere (darm) aandoeningen.

Een aanhoudend, ongemakkelijk gevoel in de buik kan wijzen op problemen met de darmen, zoals een tumor. Het kan ook een andere, meer onschuldige reden hebben. Zo kan je last hebben van verstopping of iets verkeerds hebben gegeten. Ook kan buikpijn komen door ernstige aandoeningen zoals een chronische darmontsteking (IBD), coeliakie of galstenen.

Niet van alle klachten betekenen dat er sprake is van endeldarmkanker. Ze kunnen ook een andere oorzaak hebben. Als je bloed in je ontlasting hebt of als andere klachten langer dan twee weken aanhouden, is het belangrijk om naar de huisarts te gaan. De huisarts kan inschatten of er reden is voor verder onderzoek. Vroegtijdige diagnose kan de kans op volledige genezing vergroten.

Wanneer naar de huisarts?

Hoe eerder endeldarmkanker wordt ontdekt, hoe beter. Heb je klachten die hierop kunnen wijzen? Ga dan op tijd naar de huisarts. De huisarts luistert naar je klachten, voelt aan je buik en kan eventueel een rectaal onderzoek doen (met een vinger in de anus). Soms word je doorgestuurd naar een maag-darm-lever arts (MDL-arts) voor verder onderzoek. Blijf dus niet doorlopen met klachten.

Ga naar de huisarts als:

  • Je darmklachten regelmatig terugkomen of langer dan twee weken duren.
  • Je ouder bent dan 50 jaar en voor het eerst darmklachten hebt.
  • Darmkanker vaker voorkomt in je familie, vooral bij jonge familieleden.
  • Je je zorgen maakt over je klachten. De huisarts kan je geruststellen of verder onderzoeken.

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Iedereen tussen de 55-75 jaar krijgt een oproep voor het bevolkingsonderzoek darmkanker. Je kunt dan ontlasting opsturen om te laten onderzoeken of hier bloed in zit. Je hoeft hier dus niet voor naar het ziekenhuis en het is geen vervelend onderzoek. Als er uit het bevolkingsonderzoek blijkt dat er bloed bij je ontlasting zat, kan dit door darmkanker komen. Je krijgt dan een oproep voor een kijkonderzoek in het ziekenhuis. Het is goed om te weten dat bloed bij de ontlasting niet altijd door darmkanker komt. Meestal is er een andere oorzaak, zoals een goedaardige poliep of een aambei.

Diagnose van endeldarmkanker

Kom je met klachten bij de huisarts, dan word je lichamelijk onderzocht. Meestal zal de huisarts de binnenkant van de endeldarm onderzoeken. Als verder onderzoek nodig is, verwijst de huisarts je door naar het ziekenhuis. Het eerste onderzoek is meestal een kijkonderzoek van de dikke darm (coloscopie) om de juiste diagnose te kunnen stellen. Als er endeldarmkanker gevonden is, kunnen er verschillende vervolgonderzoeken plaatsvinden. Deze geven meer inzicht over het stadium van de ziekte. Daarna wordt een keuze gemaakt voor de meest optimale behandeling.

Via de anus wordt een flexibele slang met een lampje en een camera (endoscoop) door de darm opgeschoven. De arts kan zo poliepen en tumoren opsporen. Een groot voordeel is dat de arts direct ook kleine ingrepen kan uitvoeren. De meeste poliepen kunnen vaak meteen verwijderd worden. Ook kan de arts een hapje weefsel (biopt) nemen van een tumor of een ‘verdachte’ plek in het slijmvlies van de darm. Deze poliepen en biopten worden vervolgens onderzocht op onrustige of kwaadaardige cellen. Als er kwaadaardige cellen in de endeldarm worden aangetroffen is er sprake van endeldarmkanker.

Veel mensen zien erg op tegen een kijkonderzoek van de darm. Bespreek je angst van tevoren met de arts. Meestal kun je kiezen voor een roesje (sedatie). Hierdoor word je slaperig en ben je minder bewust van het onderzoek.

Meer informatie over de coloscopie.

De huisarts kan ook een bloedonderzoek doen om bijvoorbeeld bloedarmoede op te sporen, wat kan duiden op endeldarmkanker. Ook wordt er gekeken of er CEA in je bloed zit. Dit is een stofje dat in je bloed zit. CEA staat voor carcino-embryonaal antigeen. Het is een tumormaker. Gezonde mensen hebben ook CEA in het bloed. Meer CEA in het bloed kan wijzen op endeldarmkanker of een andere soort van kanker.

Als een endoscopie niet mogelijk is, kan er een CT-colonografie gedaan worden, om beelden van de darm te maken. Het is een röntgenonderzoek, waarbij gebruik wordt gemaakt van een CT-scan. Het voordeel is dat er zonder inwendig onderzoek beelden gemaakt kunnen worden van de binnenkant van de darm. Het nadeel is dat er geen poliepen verwijderd kunnen worden of weefsel kan worden afgenomen. Een CT-colonografie is nog niet in alle ziekenhuizen mogelijk.

Aanvullend onderzoek bij endeldarmkanker

Als er een kwaadaardige tumor wordt gevonden, worden verdere onderzoek gedaan om het stadium te bepalen en om te zien of de kanker is uitgezaaid, meestal naar de lever of longen.

Er zijn verschillende mogelijkheden voor beeldvormend onderzoek:

Een CT-scan gebruikt röntgenstralen om te kijken of kanker is uitgezaaid naar bijvoorbeeld de lever, longen, of lymfeklieren. Je krijgt vaak contrastvloeistof om de beelden duidelijker te maken. Je wordt langzaam door de scanner (een kokervormige buis) geschoven, terwijl er ondertussen heel veel foto’s gemaakt worden. De arts bekijkt de dwarsdoorsneden van je lichaam. Zo krijgt de arts een goed beeld van de tumor en eventuele uitzaaiingen.

Meer informatie over de CT-scan.

Een MRI-scan gebruikt magneetvelden en radiogolven om getailleerde beelden te maken van de tumor en eventuele uitzaaiingen. Dit onderzoek helpt de arts om te zien hoe dicht de tumor zit bij de kringspier (de anus), of de tumor in de lagen van de darmwand is gegroeid. Maar ook of de tumor is andere organen is gegroeid en of er uitzaaiingen zijn in de lymfeklieren in de buurt van endeldarm.

Soms is er een MRI-scan van de lever nodig, als een CT-scan niet duidelijk genoeg is. Op een MRI-scan is beter het verschil te zien tussen een goedaardige en kwaadaardige afwijking te zien.

Meer informatie over de MRI-scan.

Als er iets verdachts wordt gezien op een scan, kan de arts een biopsie of punctie doen. Hierbij wordt met een naald een stukje weefsel verwijderd om in het laboratorium te onderzoeken of het kanker is.

Een endo-echografie is een inwendige echo via de anus. Hiermee kan worden vastgesteld hoe ver de endeldarmtumor door de darmwand is gegroeid.

Endeldarmkanker zaait vaak uit naar de lever. Als op de CT-scan van de buik niet duidelijk is of een afwijking die gezien is in de lever ook echt een uitzaaiing is, wordt aanvullend een echografie van de lever gemaakt. Bij een echografie worden afbeeldingen gemaakt met behulp van geluidsgolven.

Meer informatie over de echografie.

Een röntgenfoto van de longen (X-thorax) wordt gemaakt om te controleren of de kanker zich naar de longen heeft verspreid.

Je arts kan ook onderzoek doen naar de ‘mismatch repair eiwitten’ (MMR). Deze eiwitten repareren fouten in het DNA. Als ze niet goed werken, noemen we dit MSI (microsatelliet instabiel) of defcient MMR (dMMR). De kan invloed hebben op je behandeling en prognose. De uitslag van het onderzoek is belangrijk om de erfelijkheid te bepalen, maar ook voor je prognose en de keuze voor de behandeling.

Wat betekent een MSI-tumor voor jou?

  • Mogelijk is aanvullend onderzoek naar erfelijke darmkanker nodig
  • Je kreeg mogelijk geen chemotherapie, omdat MSI-tumoren daar mogelijk minder goed op reageren.
  • Als de kanker is uitgezaaid, kan immunotherapie een optie zijn, omdat MSI-tumoren meestal goed reageren op deze behandeling.

De arts kan ook voorstellen om een DNA-onderzoek uit te laten voeren. Hiermee kan onderzocht worden of er fouten in het DNA van de kankercellen zitten. Dit kan soms nodig zijn om een bepaalde behandeling te kiezen of om te zien of erfelijkheid ook een rol speelt. Lees op Kanker.nl meer over DNA-onderzoek bij endeldarmkanker.

Stadia van endeldarmkanker

Er zijn verschillende stadia van endeldarmkanker. Het stadium geeft aan hoe ver de ziekte zich in het lichaam heeft uitgebreid. Het zegt iets over waar de tumor zit, hoe groot het is, of de tumor naar ander weefsel of organen in de buurt is gegroeid. Of er uitzaaiingen zijn en waar deze zitten. Stadium I is het vroegste stadium en IV het meest gevorderd en dus het meest ernstig.

  • Stadium I: Tumor zit alleen in de binnenste lagen van de darmwand. Er zijn geen uitzaaiingen.
  • Stadium II: Tumor is door de spierlaag van darmwand gegroeid. Soms zit de tumor in het omliggende weefsel, maar nog niet in de lymfeklieren.
  • Stadium III: Er zijn uitzaaiingen in de lymfeklieren dicht bij de tumor. Er zijn geen uitzaaiing in lymfeklieren verder weg in het lichaam of in andere organen.
  • Stadium IV: De tumor is uitgezaaid naar verder gelegen lymfeklieren of andere organen, zoals de lever of longen.

Een uitzaaiing ontstaat wanneer kankercellen losraken van de oorspronkelijke tumor. Deze losse klompjes kankercellen kunnen in een van de vele bloedvaten, lymfevaten of lymfeklieren terecht komen die rond de endeldarm aanwezig zijn. Als de tumor door de darmwand gegroeid is tot in de buikholte, dan kunnen tumorcellen ook loslaten en zich in de buikholte verspreiden. Hoe dieper de tumor door de darmwand heen groeit, hoe groter de kans is dat er kankercellen losraken en zich via bloed of lymfevaten verspreiden door het lichaam. Wanneer cellen zich ergens anders nestelen, vormen ze een nieuwe tumor, ook wel metastase genoemd. Losgeraakte cellen van een endeldarmtumor nestelen zich vooral in de lokale lymfeklieren, de lever en de longen. Ook komt het voor dat er tumorcellen in de buikholte terecht komen en zich aan het buikvlies hechten

Behandeling van endeldarmkanker

De behandeling van een tumor in de endeldarm is anders dan van een tumor elders in de dikke darm. Er zijn verschillende soorten behandelingen mogelijk bij endeldarmkanker. De behandeling van endeldarmkanker bestaat vaak uit een operatie. Soms gecombineerd met bestraling en of chemotherapie. Zo mogelijk krijg je een curatieve behandeling, dit is een behandeling die gericht is op genezing. Het doel van deze behandeling is het verwijderen van de tumor in de endeldarm, waardoor herstel mogelijk is.  Welke behandeling het beste is, is afhankelijk van verschillende factoren, zoals het stadium, persoonlijke voorkeuren, hoe goed de lichamelijke conditie is.  

Na de onderzoeken krijg je de uitslag van je arts. Dit kan een paar weken duren. De arts vertelt je in welk stadium de kanker is en welke behandelingen daarbij passen. Twijfel je over een bepaalde behandeling. Bespreek je twijfels met je arts. Ook kan je om een second opinion vragen. Dat is een tweede, onafhankelijke mening over de behandeling van een andere arts in een ander ziekenhuis.

Ziekenhuizen voor endeldarmkanker

Voor de diagnose en de behandeling van endeldarmkanker kan je Nederland terecht in verschillende ziekenhuizen. Bijna alle ziekenhuizen voldoen aan de eisen die er zijn om darmkanker de mogen behandelen. Deze eisen heten SONCOS-normen. Op de website ziekenhuischeck kun je kijken bij welk ziekenhuis je terecht kunt.

Behandeling per stadia

Aan de hand van het stadium bepaalt de arts samen met je welke behandeling mogelijk is. Soms is voor de operatie niet duidelijk of en hoe ver de tumor door de wand van de endeldarm is gegroeid. Ook is het vaak onduidelijk of er uitzaaiingen zijn naar lymfeklieren in de buurt van de tumor. Na de operatie wordt het stadium van de endeldarmkanker definitief vastgesteld.

In dit geval is de diagnose ‘endeldarmkanker’ niet gesteld, maar is er wel verdenking op kanker. Vaak gaat het om een poliep met onrustige cellen, die nog goedaardig en heel oppervlakkig aanwezig zijn. Dit heet dysplasie. Het gaat hier om een voorstadium van endeldarmkanker. Poliepen kunnen bijna altijd verwijderd worden tijdens een kijkonderzoek van de darm (coloscopie). Bij grote poliepen, of poliepen die door hun vorm lastig te verwijderen zijn, is soms een (kijk)operatie noodzakelijk.

In een laboratorium wordt de verwijderde poliep onderzocht op de aanwezigheid van kwaadaardige of onrustige cellen. Als een poliep kwaadaardig is, dan spreken we van endeldarmkanker. Het type poliep, de grootte en de plaats waar de poliep is gevonden, bepalen de verdere behandeling.

Coloscopie: Soms kan de tumor verwijderd worden tijdens een coloscopie. Het weggehaalde weefsel wordt daarna onderzocht in het laboratorium, waarbij er onder andere gekeken wordt of de tumor ruim genoeg verwijderd is. Afhankelijk van hoe de tumor er onder de microscoop uitziet, is soms nog een aanvullende (kijk)operatie nodig.

Operatie: Als de tumor te groot is om met een coloscopie te verwijderen, wordt deze operatief verwijderd. Bij een stadium I endeldarmtumor is na de operatie geen aanvullende behandeling nodig. Wel zal er follow-up plaatsvinden om na te gaan of de tumor niet terugkomt.

Meestal bestaat de behandeling uit een operatie, waarbij de tumor in de endeldarm wordt verwijderd. Ook de lymfeklieren in de directe omgeving van de tumor worden weggehaald. Soms is het nodig om voorafgaand aan de operatie bestraling nodig, eventueel in combinatie met chemotherapie. Om de tumor helemaal te kunnen verwijderen of het risico op terugkeer te verkleinen. Na de operatie is er geen aanvullende behandeling nodig. Wel zal er follow-up plaatsvinden om na te gaan of de tumor niet terugkomt.

In tegenstelling tot bij darmkanker, wordt bij stadium III endeldarmkanker geen aanvullende chemotherapie gegeven na de operatie. Bij stadium III darmkanker wordt dit wel gedaan met als doel de kans op het ontstaan van uitzaaiingen op afstand in de jaren na verwijdering van darmkanker te verkleinen. Het nut van een dergelijke aanvullende behandeling is bij endeldarmkanker echter niet bewezen.

In dit stadium is de endeldarmkanker uitgezaaid naar elders in het lichaam. Endeldarmkanker zaait meestal uit naar de lever, de longen en de buikholte. Afhankelijk van de uitgebreidheid van de uitzaaiingen zijn er in dit stadium nog steeds behandelmogelijkheden. Als uitzaaiingen beperkt zijn tot één orgaan en technisch gezien verwijderd kunnen worden, dan is ook in stadium IV vaak nog een behandeling die gericht is op genezing mogelijk.

  • Operatie van uitzaaiingen bij één of enkele uitzaaiingen in de lever of in de longen.
  • Warmte-ablatie met RFA of MWA bij één of enkele uitzaaiingen in de lever of in de longen.
  • Gerichte bestraling bij één of enkele uitzaaiingen in de lever of in de longen.
  • Bij uitzaaiingen op het buikvlies: HIPEC.
  • Bij veel uitzaaiingen in het lichaam: doelgerichte therapie samen met chemotherapie.

Soms is in stadium IV-genezing niet meer mogelijk. Je krijgt dan een palliatieve behandeling, gericht op het zoveel mogelijk afremmen van de ziekte en het verminderen van je klachten. Soms krijg je in dit stadium palliatieve bestraling aangeboden. Palliatieve bestraling is gericht op het verlichten van klachten en het beperken van de groei van de tumorcellen om de kwaliteit van leven te optimaliseren. Ook kunt je in dit stadium nog chemotherapie en doelgerichte therapie krijgen om je klachten te verlichten of je leven te verlengen. De arts bespreekt met je welke palliatieve behandelingen er in dit stadium mogelijk zijn en wat de vermoedelijke effecten ervan zullen zijn.

Operatie van de endeldarmtumor

Het doel van de operatie bij endeldarmkanker is het verwijderen van de tumor en eventueel aanwezige uitzaaiingen in de lymfeklieren. Meestal worden tijdens deze operatie zowel het overgrote deel van de endeldarm, als de nabijgelegen lymfeklieren in het omringend vetweefsel verwijderd. Kleine tumoren kunnen soms via de anus worden verwijderd, waarbij de endeldarm gespaard wordt.

Bij grote tumoren is het soms nodig om ook omringende organen samen met de endeldarm te verwijderen. Het type operatie is afhankelijk van waar de tumor zich bevindt en hoever de tumor in de darmwand is doorgegroeid. Een endeldarmtumor kan verwijderd worden via een kijkoperatie, via de anus of via het openen van de buik. Het behandelteam zal met je bespreken welke operatietechniek voor jou het meest geschikt is om de tumor te verwijderen.

Als bij een endeldarmoperatie een deel van de endeldarm of in elk geval de anus gespaard kan worden, kan er een nieuwe aansluiting worden gemaakt. De chirurg kan besluiten om voor deze aansluiting een tijdelijk stoma aan te leggen op de dikke darm of dunne darm. Dit is een kunstmatige opening voor ontlasting op je buik. De ontlasting komt vanuit de darm, via de opening, in een opvangzakje terecht.

Ook al wordt de anus of zelfs een deel van de endeldarm gespaard, dan kan de chirurg toch, in overleg met, besluiten om een definitief dikke darmstoma aan te leggen. Dit heet een Hartmann procedure. Als ook de anus moet worden verwijderd, heet dit een rectumamputatie of endeldarmamputatie. Bij een rectumamputatie wordt altijd een definitief dikke darmstoma aangelegd.

Mogelijke operaties

Als een operatie via de anus niet kan, opereert de chirurg meestal met een kijkoperatie. Dit wordt ook wel een laparoscopische rectumoperatie genoemd. Tijdens de operatie wordt via een klein sneetje een camera met een klein lampje ingebracht in de buik. Op een beeldscherm kan de chirurg zijn eigen handelingen volgen. Door de openingen kan de arts de instrumenten in je buik brengen. De arts haalt zo het stuk darm los waar de tumor zit. De endeldarm wordt dan vervolgens via een snede van enkele centimeters in de onderbuik (of via de anus) verwijderd.
Een kijkoperatie heeft voordelen ten opzichte van een open-buik-operatie. De wonden zijn kleiner en daardoor herstel je sneller en is de kans op complicaties kleiner. Ook zijn de kansen op een littekenbreuk of verklevingen in de buik kleiner. Een kijkoperatie is echter niet altijd mogelijk. Soms besluit de arts tijdens een kijkoperatie dat de buik alsnog geopend moet worden om de tumor goed te kunnen verwijderen.

Soms kan de chirurg een tumor in de endeldarm via de anus verwijderen. Dat kan alleen als de tumor niet diep in de darmwand is gegroeid en er geen uitzaaiingen zijn. Soms wordt dit ook gedaan als de tumor na bestraling veel kleiner is geworden. Deze zogenaamde ‘lokale verwijdering’ kan via verschillende technieken worden uitgevoerd, zoals TransAnal Minimal Invasive Surgery (TAMIS) of Transanale Endoscopische Microchirurgie (TEM).

Bij deze operatie ben je onder narcose. De chirurg brengt een buis via de anus in de endeldarm. Deze buis blaast de endeldarm op. Via de buis haalt de chirurg de tumor weg. Er zijn geen sneetjes of grote littekens na de operatie.

Het verwijderde weefsel wordt door een patholoog onderzocht. Soms blijkt dat er toch een grotere operatie nodig is.

Anders dan bij verwijdering van de endeldarm (TME-operatie), worden bij een lokale verwijdering van de endeldarmtumor via de anus géén lymfeklieren verwijderd. Daarom is de techniek alleen geschikt voor endeldarmtumoren die geen uitzaaiingen in de lymfeklieren hebben. De technieken die bij een operatie via de anus toegepast worden, vragen om een specifieke expertise en deze operatie wordt dan ook niet in ieder ziekenhuis uitgevoerd.

Indien een ‘lokale verwijdering’ van de tumor via de anus technisch niet mogelijk is of als er aanwijzingen zijn dat de lymfklieren zijn aangetast, zal de endeldarm met een TME-operatie via de buik moeten worden verwijderd.

Bij de meeste tumoren in de endeldarm wordt de endeldarm samen met het vetweefsel eromheen, waarin zich de lymfeklieren bevinden, verwijderd. Dit wordt aangeduid als Totale Mesorectale Excisie (TME). Bij de TME-operatie wordt de endeldarm inclusief het vetweefsel er omheen heel precies ‘onder zicht’ losgemaakt uit het bekken. Door het toepassen van deze techniek is gebleken dat de kans dat de tumor in het bekken opnieuw uitgroeit (recidief), klein is. Ook kunnen de zenuwen die in de buurt van de endeldarm zitten beter gespaard worden. Dit heeft voordelen voor de kwaliteit van leven, met name wat betreft de blaas- en seksuele functies.

Een TME-operatie is alleen mogelijk als de tumor niet door het omhullende vlies van het vetweefsel is gegroeid. TME kan daarom niet altijd toegepast worden bij tumoren die doorgegroeid zijn in het vetweefsel of in andere organen. Deze tumoren moeten eerst kleiner gemaakt worden. Dit kan voorafgaand aan de operatie door bestraling, chemotherapie, of een combinatie daarvan. Als de tumor hierdoor inderdaad kleiner wordt, kan soms alsnog een TME-operatie gedaan worden.

Ruimer dan TME
Soms groeit endeldarmkanker door tot in de vagina of baarmoeder bij de vrouw, in de zaadblaasjes of de prostaat bij de man, of bijvoorbeeld in de spieren van de bekkenbodem of het heiligbeen. Er is dan een grotere operatie nodig om al het tumorweefsel te verwijderen. Tijdens de operatie moeten dan soms ook (delen van) andere organen (bijvoorbeeld blaas, vagina of prostaat) worden verwijderd. Als ook de urinewegen met de inwendige geslachtsorganen moeten worden verwijderd, wordt dit een ‘totale exenteratie’ genoemd. In dat geval is het nodig om naast een eventueel darmstoma ook een urinestoma aan te leggen.

De chirurg kan de buik openen met een snee van 10-15 cm. Dit heet een open-buik-operatie. De grootte en plaats van de snee hangen af van de tumor. Deze operatie wordt gedaan als de tumor te groot is voor een kijkoperatie, als je vaker bent geopereerd (door verkleving), of als de tumor is ingegroeid in een ander orgaan, zoals de blaas, baarmoeder of buikwand.

Na het verwijderen van de tumor maakt de chirurg de darm weer aan elkaar. Soms is een stoma nodig. Het verwijderde weefsel wordt onderzocht door een patholoog om het stadium van de kanker te bepalen.

Bij een rectumamputatie wordt, naast de endeldarm, ook de anus met de kringspieren en (delen) van de bekkenbodemspier verwijderd. Dit wordt ook wel abdominoperineale resectie (APR) genoemd. Deze operatie wordt meestal gekozen bij tumoren die laag in de endeldarm liggen, waardoor de anus niet gespaard kan worden. Bij deze operatie wordt zowel via de buik als via het perineum (dit is bij mannen het gebied tussen het scrotum en anus en bij vrouwen het gebied tussen vulva en anus) geopereerd. Na de operatie heb je dus twee wonden. Bij deze operatie krijg je altijd een definitief dikke darmstoma.

Complicaties na een operatie

Elke operatie brengt risico’s met zich mee. Bij endeldarmoperaties is de kans op complicaties groter dan bij voor andere vormen van darmkanker.

Complicatie die kunnen voorkomen:

Ongeveer 5 tot 10% krijgt na de operatie een naadlekkage. Ontlasting lekt dan buiten de darm bij de hechtingen. Dit kan heel soms tot een buikvliesontsteking leiden. Klachten die voorkomen zijn hevige buikpijn, misselijkheid, braken, koorts en een opgezwollen buik. Een nieuwe operatie en een (tijdelijk) stoma zijn dan vaak nodig.

Door het opnieuw op gang komen van de maag en darmen kan je misselijk worden. Medicatie kan helpen tegen misselijkheid.

Problemen zoals verstopping, diarree of dunne ontlasting kunnen ontstaan. Deze klachten kunnen langer aanhouden. Als het lang aanhoudt bespreek het dan met je behandeld arts om of er iets tegen gedaan kan worden.

Dit komt zelfden voor. Het is een holte waar pus in zit. De behandeling is vaak antibiotica en soms is drain nodig om het pus af te voeren.

Soms kan er ook een darmafsluiting ontstaan (ileus). Waardoor je vaak langer in het ziekenhuis moet blijven.g

Algemene complicaties zijn die kunnen voorkomen zijn wondinfecties, nabloedingen, longontsteking, trombose, en een urineweginfectie.

Gevolgen van een endeldarmoperatie

Bij een operatie aan de endeldarm bestaat er een kans dat zenuwen in het bekken beschadigd worden. Deze kans neemt toe als er ook bestraling is gegeven voor de operatie. Dit kan klachten van de blaas veroorzaken. Je kunt dan bijvoorbeeld niet volledig meer uitplassen of last hebben van incontinentie. Ook kunnen de seksuele functies door een zenuwbeschadiging verstoord zijn. Mannen kunnen dan soms geen erectie meer krijgen. Ook kan de zaadlozing niet meer naar buiten gericht zijn, maar in de blaas terecht komen (retrograde ejaculatie). Bij vrouwen kan zenuwschade leiden tot droogheid van de vagina, waardoor vrijen pijnlijk is.

Als (een deel van) je endeldarm is verwijderd, kan het zijn dat je na de operatie moeite heeft met het ophouden van de ontlasting. Dit wordt ontlastingsincontinentie genoemd. De endeldarm heeft een tijdelijke opslagfunctie voor ontlasting. Wanneer de endeldarm vol is, krijg je normaal gesproken het signaal voor aandrang om naar het toilet te gaan. Dit verandert als de endeldarm (gedeeltelijk) is verwijderd en de dikke darm is aangesloten op het restant van de endeldarm of de anus. Doordat de dikke darm als functie heeft om de ontlasting voort te bewegen, heb je vaker per dag ontlasting.

Daarnaast komt de ontlasting vaak in kleinere hoeveelheden kort achter elkaar, dit wordt ‘clustering’ genoemd.  Bij gevoel van aandrang kan het bezoek aan het toilet meestal niet lang worden uitgesteld. Soms is ook het gevoel van aandrang verminderd, waardoor je niet merkt dat je ontlasting verliest. Ongewild verlies van ontlasting wordt vaak mede veroorzaakt doordat de kringspier minder goed werkt. Dit kan komen doordat de kringspier in het bestraald gebied heeft gelegen. De werking van de kringspier vermindert echter ook met de leeftijd. En bij vrouwen kan de kringspier in het verleden beschadigd zijn bij een bevalling. Door al deze factoren kan het moeilijker zijn de ontlasting op te houden na een endeldarmoperatie. Je zult dan incontinentiemateriaal moeten gaan gebruiken.

Ook kan het zijn dat de ontlasting na de operatie dunner is dan normaal, soms zelfs in de vorm van diarree. Doordat het lichaam zich aanpast aan de nieuwe situatie zullen de darmklachten in de maanden na de operatie afnemen. Een definitief eindstadium is dan ook pas na ruim een jaar te verwachten. Bijna altijd is de ontlasting echter niet meer vergelijkbaar met de situatie van voor de operatie en dit kan veel invloed hebben op je dagelijkse functioneren. De chirurg of huisarts kan medicijnen voorschrijven die de ontlasting wat indikken of de darmbeweging verminderen

Klachten die ontstaan na een operatie aan de endeldarm, al dan niet voorafgegaan door bestraling en/of chemotherapie, worden ook wel het Low Anterior Resectie syndroom of LAR syndroom genoemd. Het LAR syndroom is de verzamelnaam voor incontinentie van ontlasting, problemen rond aandrang, pijnklachten, een hoge toiletfrequentie en schade aan de huid door verlies van ontlasting. Hoe dichter de nieuwe aansluiting bij de kringspier zit, hoe groter de problemen.

De klachten van het LAR syndroom kunnen in de eerste twee jaar na de endeldarmoperatie nog minder ernstig worden. Meestal blijft een deel van de problemen bestaan.  Met aanpassingen in het dieet en het leefpatroon is hier vaak goed mee om te gaan. Ook kan je behandelend arts medicatie voorschrijven, zoals vezelpreparaten of loperamide. Bekkenbodemfysiotherapie of darmspoeling kunnen ook helpen. Heel soms kan het plaatsen van een dikke darmstoma nodig zijn.

Bestraling

Bestraling bij endeldarmkanker kan als doel hebben de kans te verkleinen dat de tumor na de operatie terugkeert. Bestraling kan ook worden ingezet om een grote tumor die niet meteen met een operatie verwijderd kan worden, eerst te verkleinen. Bij bestraling wordt de tumor blootgesteld aan elektromagnetische straling, ook wel radiotherapie genoemd. Hierdoor raken de kankercellen beschadigd en sterven af. De lymfeklieren in de buurt van de tumor worden mee bestraald.

Het stadium en de kenmerken van de tumor bepalen of het nodig is om te bestralen en op welke wijze wordt bestraald. Voor endeldarmkanker geldt dat alle bestralingsafdelingen in Nederland dezelfde bestralingsschema’s gebruiken. De radiotherapeut bepaalt op de voorbereidende CT-scan welk gebied bestraald dient te worden. De bestralingsdosis wordt verdeeld over verschillende bestralingen, die vaak meerdere keren per week plaatsvinden.

Ook gezonde cellen kunnen door de bestraling beschadigd raken. Hoewel gezonde cellen beter kunnen herstellen dan kankercellen, kunnen er toch bijwerkingen optreden. Dit kan zowel tijdens als na de behandeling zijn. Zo kunt u, met name bij een langdurig bestralingsschema, bijvoorbeeld last krijgen van vermoeidheid, verandering in het ontlastingspatroon, problemen met plassen en soms huidirritatie.

Wanneer op de MRI-scan blijkt dat de tumor in beperkte mate is doorgegroeid in de darmwand, de lymfeklieren niet aangetast lijken te zijn en de tumor naar verwachting in zijn geheel verwijderd kan worden, dan is het meestal niet nodig om voor de operatie te bestralen.

Als de verwachting is dat de tumor operatief in zijn geheel verwijderd kan worden, maar de lymfeklieren aangetast lijken te zijn of als er sprake is van diepere doorgroei van de tumor, dan krijg je voorafgaand aan de operatie een kortdurend bestralingsschema (meestal vijf keer). De kans op terugkeren van de tumor wordt hiermee verkleind.

Als de tumor zeer waarschijnlijk niet in zijn geheel verwijderd kan worden, krijg je voorafgaand aan de operatie een langdurend bestralingsschema in combinatie met chemotherapie (meestal 25 keer) om de tumor te verkleinen.

Bij ver doorgegroeide tumoren blijft er soms kwaadaardig weefsel achter na de operatie. Het is voor de chirurg niet altijd mogelijk om alle kankercellen te verwijderen als de tumor in omliggende organen is gegroeid. Het achterblijven van kankercellen wordt door chirurgen ook wel een ‘positieve snijrand’ genoemd. In sommige situaties kan er dan tijdens de operatie, op de plek waar de tumor is verwijderd, extra bestraald worden. Deze vorm van bestraling heet intra-operatieve bestraling (IORT). Door deze zeer precieze, inwendige manier van bestralen kan een veel hogere dosis straling toegediend worden. Na de bestraling maakt de chirurg de buik dicht. IORT wordt slechts in enkele ziekenhuizen in Nederland gegeven.

Uitzaaiingen van endeldarmkanker ontstaan meestal in de lever, soms ook in de longen of in de buikholte. Deze uitzaaiingen kunnen verschillend behandeld worden. Soms worden deze uitzaaiingen bestraald.

Chemotherapie

Patiënten met endeldarmkanker krijgen soms chemotherapie. Chemotherapie is een behandeling met cytostatica, ofwel kankerremmende medicijnen. Deze medicijnen remmen de celdeling. Kankercellen zijn cellen die erg snel delen in vergelijking tot andere (gezonde) cellen. Kankercellen zijn daarom gevoelig voor behandeling met chemotherapie. Chemotherapie kan bij endeldarmkanker in combinatie met bestraling worden gegeven om de bestraling effectiever te maken. Ook kan chemotherapie ingezet worden bij uitzaaiingen van de endeldarmkanker.

Voorafgaand aan de operatie om de endeldarmtumor te verwijderen, kan chemotherapie in combinatie met bestraling ingezet worden om de tumor te verkleinen. Hoe kleiner de tumor, hoe gemakkelijker de operatie en hoe groter de kans op een schoon snijvlak. Soms is na behandeling met chemotherapie en bestraling een operatie toch mogelijk, terwijl dat daarvoor niet kon omdat de tumor te groot was.

Als er bij een endeldarmtumor na de operatie uitzaaiingen in de weggehaalde lymfeklieren worden gevonden, wordt er géén aanvullende chemotherapie of bestraling gegeven. Het nut van een dergelijke aanvullende behandeling is voor endeldarmkanker niet bewezen. Dit in tegenstelling tot bij darmkanker met uitzaaiingen in de weggehaalde lymfeklieren; daar vergroot aanvullende chemotherapie de overlevingskansen wel.

Als er uitzaaiingen op afstand van de endeldarmtumor zijn vastgesteld (bijvoorbeeld in de lever, de longen of in het bot), kan er ook chemotherapie gegeven worden. Vaak wordt dit in combinatie gedaan met doelgerichte therapie. Chemotherapie kan dan als doel hebben de uitzaaiingen te verkleinen om deze vervolgens operatief te kunnen verwijderen (behandeling gericht op genezing). Als de uitzaaiingen niet meer te verwijderen zijn, kan chemotherapie in combinatie met doelgerichte therapie ingezet worden om de ziekte te remmen (palliatieve behandeling).

Lees meer algemene informatie over chemotherapie.

Andere behandelingen

Patiënten met vergevorderde endeldarmkanker met uitzaaiingen elders in het lichaam kunnen worden behandeld met doelgerichte therapie in de vorm van monoklonale antilichamen. Deze antilichamen kunnen de groei van de tumor op verschillende manieren remmen.

Deze behandeling vindt vaak plaats in combinatie met chemotherapie, maar sommige middelen kunnen ook apart worden gegeven. Er bestaan verschillende soorten doelgerichte middelen. Bij één middel, de zogenaamde anti-EGFR antilichamen, wordt van tevoren een test op darmkankercellen verricht om te bepalen of je hiervoor in aanmerking komt. Dit gebeurt in het laboratorium met behulp van een DNA-test, de zogenaamde RAS test. Bij ongeveer de helft van de patiënten met endeldarmkanker is er een foutje in het RAS-gen aanwezig waardoor dit specifieke medicijn niet zal werken.

Immunotherapie is een behandeling die het afweersysteem stimuleert om de tumor aan te vallen. Het wordt soms gegeven vóór een operatie bij patiënten met een specifieke tumor, een microsatelliet instabiele (MSI-)tumor. Deze behandeling kan de tumor verkleinen en de kans op terugkeer of uitzaaiingen verkleinen.

De medicijnen die je krijgt zijn nivolumab en ipilimumab. Beide medicijnen kunnen bijwerkingen hebben. Bijwerkingen kunnen per persoon erg verschillen.

Bijwerkingen kunnen zijn:

  • Misselijkheid en overgeven
  • Diarree en verstopping
  • Vermoeidheid
  • Huiduitslag

Bij uitzaaiingen op het buikvlies kan het soms mogelijk zijn om een HIPEC-behandeling uit te voeren.

De behandeling bestaat uit twee stappen:

  • Operatie: De chirurg verwijdert zoveel mogelijk uitzaaiingen en eventueel aangetaste organen.
  • Spoeling: De buik wordt gespoeld met warme chemotherapie.

De behandeling kan de kanker remmen of genezen mogelijk maken. Niet iedereen komt hiervoor in aanmerking.  Als je in aanmerking komt voor de behandeling, bespreekt je arts dit met je. Samen bespreken jullie de voordelen en de nadelen van de behandeling. Of de behandeling zin heeft ligt onder andere aan hoeveel uitzaaiingen er zijn.

In veel academische ziekenhuizen en gespecialiseerde kankercentra wordt onderzoek gedaan naar nieuwe behandelingen van endeldarmkanker. Het gaat hierbij om behandelingen waarvan niet direct duidelijk is of die beter zijn dan de bestaande behandelingen. Mogelijk zal de arts je vragen om mee te werken aan een dergelijk onderzoek.

Onderzoek naar nieuwe behandeling (trials)

Er zijn behandeling waar artsen nog onderzoek naar doen. Vraag aan je arts of je mee kan doen of bekijk de trials op kanker.nl

Twijfel over een behandeling
Een behandeling is niet verplicht. Bespreek je twijfels met je arts of verpleegkundige

Jouw keuzes en rechten
Je kan kiezen voor een ziekenhuis en een second opinion aanvragen. Lees hier meer over je rechten.

Nazorg en controle bij endeldarmkanker

  • Opsporen van terugkeer van de kanker of uitzaaiingen
  • Bespreken van lichamelijke en psychische gevolgen van de behandeling
  • Indien nodig, doorverwijzen voor extra ondersteuning

Dit hangt af van het stadium van de kanker. Meestal blijf je 5 jaar onder controle. De eerste twee jaar zijn de controles vaker. Bespreek met je arts wat in jouw situatie van toepassing is. Na vijf jaar is de kans op terugkeer van de ziekte zo klein geworden dat het niet zinvol meer is om daar onderzoek naar te doen. De arts controleert dan alleen nog op nieuwe poliepen of nieuwe tumoren.

  • Bloedonderzoek
    Controle van CEA-waarden om terugkeer van kanker op te sporen.
  • Coloscopie
    Onderzoek van de darm.
  • Scans: Echo of CT-scan om uitzaaiingen op te sporen.

Ook als je niet meer beter kan worden, kan je je arts blijven zien. Om de ontwikkeling van de ziekte bijvoorbeeld bij te houden.

Gevolgen van de behandeling

De behandeling van endeldarmkanker en het ermee leven kan een grote impact op je maken. Je kan last krijgen van lichamelijke en psychische klachten. Bespreekt dit met je arts of verpleegkundige om te kijken welke passende hulp ze je kunnen bieden.

Angst dat de kanker terugkomt?
Veel mensen zijn bang dat de kanker terugkomt. Bespreek je zorgen met je arts en wat je hieraan kan doen.

Dit kun je zelf doen bij endeldarmkanker

Een diagnose endeldarmkanker betekent nogal wat. Je komt volop in de zorg terecht. Daarbij brengt de behandeling veel onzekerheden. Hieronder vind je allerlei zaken waar jij en je naasten mee te maken kunnen krijgen. Wat je zelf kan doen aan de klachten die er soms bij horen en wanneer het verstandig is om te overleggen met je huisarts. Hoe de zorg er voor jou uitziet, hangt natuurlijk af van jouw persoonlijke situatie en de klachten die je tijdens en na de behandeling hebt.

Veel voorkomende klachten

Er zijn verschillende klachten die kunnen voorkomen bij endeldarmkanker. Veel mensen hebben problemen met de ontlasting, zoals diarree of verstopping. Sommige klachten gaan na een tijd over, andere problemen kunnen blijvend zijn. Meer informatie over bijkomende klachten als vermoeidheid en angst vind je op de pagina leven met kanker.

Na de operatie kan je last krijgen van diarree. Dit gaat meestal na een paar weken vanzelf over, maar je ontlasting kan dunner blijven dan voor de operatie. Heb je veel last van diarree of blijft het lang duren. Bespreek het dan met je arts of diëtist Mogelijk kunnen medicijnen of voedingsadviezen helpen om de klachten te verminderen.

Door de operatie of bestraling kan het lastiger zijn om je ontlasting op te houden. Dit wordt ook wel ontlastingsincontinentie genoemd. De klachten zijn soms tijdelijk, maar kunnen ook blijvend zijn. Bespreek dit met je arts. Mogelijke oplossingen:

  • Medicijnen
  • Andere voeding
  • Bekkenbodemfysiotherapie
  • Darmspoeling

Veel mensen moeten na de operatie vaker naar de wc dan daarvoor. Dit kan blijvend zijn. Oorzaken zijn bijvoorbeeld loze aandrang of moeite om een wind van ontlasting te onderscheiden. Bespreek het met je arts of diëtist wat je hieraan kan doen.

Een tumor in de endeldarm kunnen de doorgang voor ontlasting verminderen en op den duur een darmafsluiting veroorzaken. Aanpassingen in de voeding of gebruik van laxeermiddelen kunnen klachten verminderen. Bij een acute darmafsluiting ook wel ileus genoemd zal de arts, als het mogelijk is de tumor verwijderen met een spoedoperatie. Dit is niet bij iedereen direct mogelijk. Dit hangt af van als je conditie niet goed genoeg is om een zware operatie te ondergaan. Een goed alternatief is het plaatsten van een stent (buis) in de dikke darm. Hierdoor kan de ontlasting beter de dikke darm passeren.

Een (gedeeltelijke) darmafsluiting kan ook veroorzaakt worden door verklevingen. Verklevingen zijn strengen van littekenweefsel, die kunnen ontstaan na een darmoperatie. Dit kan leiden tot een vernauwing, waardoor de doorgang voor ontlasting verminderd is. Verklevingen zijn moeilijk te behandelen. Een operatie waarbij het littekenweefsel verwijderd wordt, geeft namelijk vrijwel altijd weer nieuwe verklevingen.

Pijn kan ontstaan door de tumor zelf, uitzaaiingen of de behandeling, zoals littekenpijn of zenuwbeschadiging. Niet iedereen heeft deze klachten.

  • Pijn door tumor zelf, als de tumor ergens tegenaan drukt in het lichaam
  • Buikpijn of buikkramp als de tumor zorgt voor verstopping
  • Pijn door uitzaaiingen

Je kan ook last krijgen van pijn door de behandeling:

  • Pijn aan het litteken na een operatie
  • Pijn als de tumor zenuwen beschadigd heeft, of als er bij de operatie zenuwen beschadigd zijn

Ook als je veel op bed ligt kun je last krijgen, bijvoorbeeld pijn van de doorligplekken.

Andere klachten

Ook andere klachten kunnen voorkomen zoals vermoeidheid, angst seksuele problemen of moeite met concentreren. Dit komt vaker voor bij kanker. Bespreek ook deze klachten met je arts om te kijken wat je ertegen kan doen, zoals praten met een psycholoog.

Behandelingen kunnen zenuwschade veroorzaken, met als gevolg kunnen er erectieproblemen ontstaan, vaginale droogheid of pijn bij het vrijen. Ook psychologische factoren zoals veranderd zelfbeeld kunnen een rol spelen. Een uroloog of seksuoloog kunnen ondersteuning bieden. Soms is de zenuwschade tijdelijk en treedt in de maanden na de operatie nog herstel op.

Voeding bij endeldarmkanker

Gezond eten is belangrijk. Het helpt je om te herstellen na een behandeling en bijwerkingen te verminderen. Het beste is om zoveel mogelijk onbewerkte en pure producten te eten. Als richtlijn kan je de Schijf van Vijf aanhouden.

Vezels zijn belangrijk voor je spijsvertering en vermindert de kans op verstopping. Eet voldoende vezelrijke producten, zoals volkorenbrood, groenten en fruit. Meer informatie over hoe je vezelrijk kan eten lees je hier.

Na de operatie is het goed om extra eiwitten te eten. Eiwitten helpen je spieren te herstellen. Combineer dit met regelmatig bewegen. Lees op Kanker.nl welke producten veel eiwitten bevatten.

Mensen met endeldarmkanker kunnen een tekort hebben aan vitamine D. Mocht je een tekort hebben kan een supplement nodig zijn. Bespreekt dit met je arts en welke supplement je kan gebruiken. Lees hier meer over vitamine D bij kanker.

Meestal zijn extra vitamines of supplementen nodig. Bij een tekort kan je arts hierin advies geven.

Soms is het noodzakelijk om (tijdelijk) over te stappen op vloeibare voeding, sondevoeding of voeding die via de bloedbaan toegediend wordt (parenterale voeding).

Voor meer informatie kun je ook altijd terecht bij uw diëtist of voedingsverpleegkundige. Voor informatie en lotgenotencontact over parenterale voeding, kun je terecht bij de Patiëntenvereniging voor Parenterale Thuisvoeding.

Heb je last van een van deze problemen, of heb je andere klachten? Over veel klachten kun je verder lezen op de website voedingenkankerinfo.nl. Je vindt daar ook algemene tips die kunnen helpen.

Voedingstips bij een vernauwing van de darm

Als een operatie niet mogelijk is, je niet geopereerd wil worden, of als er en stent in je darm is geplaatst kunnen deze tips helpen. Voor een uitgebreid en persoonlijk advies kan je ook contact opnemen met een diëtist.

  • Eet rustig en kauw goed.
  • Drink dagelijks 1,5 tot 2 liter per dag, ook tijdens de maaltijden.
  • Eet meerdere kleine maaltijden in plaats van drie grote.
  • Wees voorzichtig met de volgende producten
    • Grove volkorenproducten, zoals grof volkorenbrood, roggebrood of zilvervliesrijst
    • Peulvruchten en vezelige groenten
    • Onbewerkt of rauw fruit met pitten of vezels
    • Taai, draderig vlees of vis met graten.
  • Wat je wel kan eten
    • Brood: lichtbruin, fijn volkorenbrood of beschuit
    • Pap: havermout, rijstepap of Brinta
    • Vlees en vis: zachte, malse kip
    • Groenten: Goed gekookt zonder harde vezelige delen, zoals bloemkool, broccoli, spinazie, wortelen, prei en paprika
    • Fruit: Geschild zonder harde stukken, zoals aardbei, kiwi, banaan, appel, peer.
    • Witte rijst, pasta, mie

Patientenverenigingen

Heb je last van de gevolgen van endeldarmkanker? Het kan helpen om je ervaring te delen met lotgenoten.

Kanker.nl

Kanker.nl is de centrale plek voor alle informatie over kanker. Ook is er een community waarin je veilig anderen kan ontmoeten en tips en ervaringen met elkaar delen. Heb je een persoonlijke vraag? Die kun je via de telefoon of chat stellen aan de voorlichters van kanker.nl óf aan een van de professionals. Daarnaast biedt kanker.nl een overzicht van hulpverleners bij jou in de buurt en handige tools om zelf mee aan de slag te gaan.

Stichting Darmkanker

Stichting Darmkanker is de plek waar mensen die worden of zijn geconfronteerd met darmkanker terecht kunnen. De Stichting staat hen bij, in welke fase van het proces zij zich ook bevinden. Van diagnose tot behandeling, van herstel tot leven met de gevolgen ervan, en óók als geen genezing mogelijk is. De kwaliteit van leven staat in al deze fases centraal.

Ook kan je hier terecht voor lotgenotencontact.

Er zijn verschillende zorgverleners die je kunnen helpen bij klachten. Zowel in het ziekenhuis als daarbuiten. Zoek iemand die ervaring heeft met de begeleiding van mensen met kanker. Via kanker.nl kun je zorg- en hulpverleners vinden die ervaring hebben met kanker.

Veelgestelde vragen over darmkanker en het bevolkingsonderzoek

Lees hier de meeste gestelde vragen en antwoorden over darmkanker en het bevolkingsonderzoek darmkanker. We kunnen geen persoonlijke medische adviezen geven en hebben geen artsen in dienst. Voor persoonlijke vragen is ons advies om contact met je huisarts op te nemen.  

Dit doet MDL Fonds voor endeldarmkanker

MDL Fonds zet zich in om endeldarmkanker te voorkomen, te bestrijden en de gevolgen ervan voor patiënten te verminderen. Dit doen wij door voorlichting te geven en innovatief onderzoek te financieren. Wij kunnen ons werk alleen doen met de steun van donateurs.

Kies frequentie
Kies bedrag
Darmkanker wordt vaak te laat ontdekt bij jongere mensen. Dat heeft grote gevolgen, vooral als je vol in het leven staat. Met ons onderzoek willen we achterhalen hoe darmkanker op jongere leeftijd ontstaat.
Prof. Dr. Monique van Leerdam

Colofon

Deze informatie is geschreven door het MDL Fonds in samenwerking met experts.

Laatst herzien:
December 2024

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang maandelijks nieuws en info over een gezonde buik.

Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
JJJJ dash MM dash DD