Slokdarmkanker
Bij slokdarmkanker is er een kwaadaardige tumor in de slokdarm ontstaan. Voor slokdarmkanker wordt vaak de naam oesofaguscarcinoom gebruikt.
Wat is slokdarmkanker?
Bij slokdarmkanker is er een kwaadaardige tumor in de slokdarm ontstaan. Voor slokdarmkanker wordt vaak de naam oesofaguscarcinoom gebruikt. De medische naam voor slokdarm is ‘oesofagus’. En ‘carcinoom’ is een ander woord voor een kwaadaardige tumor of kanker.
Feiten en cijfers
- Elke dag krijgen in Nederland 7 mensen te horen dat ze slokdarmkanker hebben (2.675 per jaar). Het aantal nieuwe gevallen neemt elk jaar toe.
- Er overlijden 6 Nederlanders per dag aan deze ziekte.
- Slokdarmkanker wordt meestal vastgesteld bij mensen van 60 jaar en ouder.
- Omdat slokdarmkanker vaak pas laat wordt ontdekt, is 5 jaar na de diagnose ongeveer 24% van de patiënten nog in leven.
- Nederland staat 1e op de ranglijst van Europese landen waar slokdarmkanker het meest voorkomt.
Oorzaken van slokdarmkanker
De precieze oorzaak van slokdarmkanker is onduidelijk. Wel zijn er factoren bekend die het risico op het ontstaan van een tumor in de slokdarm vergroten. Deze risicofactoren verschillen waarschijnlijk per type slokdarmkanker en per persoon. Voeding en leefstijl spelen bij slokdarmkanker een grote rol. Ook roken vergroot het risico op slokdarmkanker.
Risicofactoren van slokdarmkanker
Sommige factoren vergroten de kans op slokdarmkanker, we noemen dit ook wel risicofactoren. De risicofactoren voor slokdarmkanker zijn:
Verklein je kans op slokdarmkanker
- Rook niet. Roken verhoogt de kans op slokdarmkanker. Het kan de slokdarm irriteren en langdurige schade veroorzaken.
- Drink geen alcohol. Er is overtuigend bewijs dat alcohol schadelijk voor je is. Vooral in combinatie met roken. Ook kleine hoeveelheden zijn niet goed voor je. Geen alcohol drinken is het gezondst.
- Eet gezond, vezelrijk en varieer. Lees hier meer over vezelrijke voeding.
- Zorg voor een gezond gewicht. Overgewicht, vooral rondom de buik verhoogt de kans op maagzuurklachten, wat een risico kan zijn voor slokdarmkanker.
- Beweeg voldoende. Het helpt om een gezond gewicht te behouden, maar kan de kans op maagzuurklachten verminderen. Beweeg iedere dag minimaal een half uur. Ga bijvoorbeeld wandelen of fietsen. Kies is wat je leuk vindt.
- Voorkom brandend maagzuur. Lees hier onze tips over brandend maagzuur.
Klachten bij slokdarmkanker
Slokdarmkanker veroorzaakt in het begin nog geen klachten. Klachten ontstaan pas wanneer de tumor zich al flink heeft uitgebreid. Hierdoor wordt slokdarmkanker meestal pas laat ontdekt. Hoe eerder de diagnose slokdarmkanker wordt gesteld, des te groter de kans op volledige genezing. Het is daarom belangrijk op tijd naar de huisarts te gaan en niet met klachten te blijven rondlopen. Signalen die kunnen wijzen op slokdarmkanker:
Meest voorkomende klachten
- Gevoel dat eten niet goed zakt
- Een teerachtige, pikzwarte ontlasting
- Langdurige hikklachten
- Onverklaarbaar gewichtsverlies
- Pijnlijk en/of vol gevoel in de buurt van het borstbeen
- Duizeligheid en vermoeidheid
- Hoesten en verslikken
- Het braken van bloed
- Een schorre stem en/of heesheid
- Verminderde eetlust
Deze klachten hoeven lang niet altijd op slokdarmkanker te wijzen. Ze kunnen ook komen door andere aandoeningen van de slokdarm of maag. Ga bij aanhoudende klachten naar de huisarts. Die kan inschatten of er reden is voor aanvullend onderzoek.
Wanneer naar de huisarts?
Als je klachten hebt die op slokdarmkanker kunnen wijzen, is het verstandig om op tijd naar de huisarts te gaan. De huisarts luistert naar je klachten en zal je lichamelijk onderzoeken. Afhankelijk van je klachten, je leeftijd en de uitkomsten van het lichamelijk onderzoek, kan de huisarts je voor aanvullende onderzoeken doorverwijzen naar een maag-darm-leverarts (MDL-arts) of internist in het ziekenhuis.
Let op
Bij bloed in de ontlasting, is het altijd verstandig om een afspraak te maken met je huisarts.
Diagnose van slokdarmkanker
Als je klachten of symptomen hebt die op slokdarmkanker kunnen wijzen, stuurt de huisarts je door naar een maag-darm-leverarts (MDL-arts) of internist in het ziekenhuis voor aanvullend onderzoek.
Aanvullende onderzoeken bij slokdarmkanker
Als de diagnose slokdarmkanker is gesteld, worden er aanvullende onderzoeken gedaan om te bekijken hoe ver de tumor is gegroeid. Ook onderzoekt de arts of de tumor is uitgezaaid naar andere organen, zoals de lymfeklieren, de longen of de lever. Deze factoren bepalen het stadium van de slokdarmkanker. Dit is belangrijk omdat het stadium van de ziekte bepaalt welke behandeling mogelijk is. Er zijn verschillende aanvullende onderzoeken mogelijk. Je arts bepaalt welke onderzoeken bij jou nodig zijn om het stadium van de slokdarmkanker te bepalen.
Behandeling van slokdarmkanker
De behandeling van slokdarmkanker is afhankelijk van het stadium van de kanker. Daarnaast spelen ook persoonlijke factoren een rol. Hoe goed is je lichamelijke conditie? Hoe groot is de slokdarmtumor en zijn er uitzaaiingen? En natuurlijk: wat wil je zelf?
Zo mogelijk krijg je een curatieve behandeling, dit is een behandeling gericht op genezing. Het doel van deze behandeling is het verwijderen van de tumor in de slokdarm. Meestal bestaat de behandeling uit chemoradiatie (een combinatie van bestraling en chemotherapie) en daarna een operatie. Soms bestaat een curatieve behandeling ook uit alleen bestraling en chemotherapie. Er wordt dan niet geopereerd. Dit hangt af van het stadium van de slokdarmkanker, de plaats van de tumor en van je conditie. Je arts bespreekt met je welke behandeling in jouw situatie de beste resultaten kan geven.
Een genezende behandeling is alleen mogelijk als de slokdarmkanker in een vroeg stadium is vastgesteld. Bijna de helft van de mensen met slokdarmkanker komt in aanmerking voor een curatieve behandeling. Als de slokdarmkanker pas laat wordt ontdekt, zijn er minder behandelmogelijkheden. In een vergevorderd stadium is meestal alleen een palliatieve behandeling mogelijk. Dit is een behandeling met als doel de ziekte af te remmen en klachten te verminderen. Er zijn bij de behandeling van slokdarmkanker verschillende behandelingen mogelijk:
Endoscopische behandeling
Als de diagnose slokdarmkanker heel vroeg wordt gesteld, kun je soms endoscopisch behandeld worden. Het kwaadaardige weefsel wordt dan via de mond uit de slokdarm verwijderd. Een endoscopische behandeling is alleen mogelijk bij voorlopercellen van slokdarmkanker of bij zeer oppervlakkige tumoren.
Bij een endoscopische behandeling gaat de maag-darm-leverarts (MDL-arts) met een flexibele, holle slang (endoscoop) via de mond in de slokdarm. Op de top van de endoscoop zijn een lampje en een videocamera bevestigd. Door de endoscoop schuift de arts instrumenten op om de behandeling uit te voeren.
Groot voordeel van een endoscopische behandeling is dat de slokdarm behouden blijft. Een endoscopische behandeling is veel minder ingrijpend dan een operatie en kan meestal poliklinisch worden uitgevoerd. Er is geen uitwendige operatiewond, doordat de ingreep via de mond gaat.
Toch kunnen ook bij een endoscopische behandeling complicaties ontstaan. Je arts zal deze van tevoren met je bespreken. Na een endoscopische behandeling blijf je onder controle bij de MDL-arts.
Er bestaan verschillende endoscopische behandelingen bij slokdarmkanker:
Operatie
Een operatie is de standaardbehandeling als een endoscopische behandeling niet mogelijk is en er geen uitzaaiingen zijn. De chirurg verwijdert tijdens de operatie de tumor en het omliggende weefsel met lymfeklieren. Voorafgaand aan de operatie krijg je chemoradiatie, een combinatie van bestraling en chemotherapie. Dit vergoot de kans om de tumor volledig en blijvend weg te kunnen halen.
De operatie kan via de borstkas, de buik en de hals worden uitgevoerd. Dit hangt af van eventuele klieren die zich in de borstholte bevinden en van de hoogte van de tumor in de slokdarm. Je arts informeert je over de verschillende operatietechnieken en welke bij jou het beste resultaat kan geven.
Een slokdarmoperatie is een ingrijpende operatie. Een voorwaarde voor een slokdarmoperatie is dat je een goede conditie hebt. Als je voorafgaand aan de operatie niet goed kunt eten of als je veel bent afgevallen, kan je ook via de arts of diëtist dieetvoeding, drinkvoeding krijgen en zo nodig sondevoeding.
Na de operatie
Na een slokdarmoperatie ga je, via de Intensive Care of de uitslaapkamer, naar de verpleegafdeling om te herstellen. De eerste tijd na de operatie mag je nog niet normaal eten. De littekens die zijn ontstaan moeten eerst goed genezen. Je krijgt voeding daarom op een andere manier:
- Meestal krijg je na de operatie sondevoeding. Dat kan via een dun slangetje dat via je neus in de dunne darm wordt gebracht. Of via een voedingsstoma. Als je een voedingsstoma krijgt, maakt de chirurg via de buikwand een opening naar de dunne darm. Voeding komt zo direct in je dunne darm terecht.
- In enkele gevallen is sondevoeding niet (meteen) mogelijk. In dat geval wordt de voeding direct in je bloed gebracht via een infuus. Dit wordt parenterale voeding genoemd.
Na een slokdarmoperatie kun je verschillende klachten hebben. Bijvoorbeeld passageklachten, slikklachten of terugstromend maagzuur of gal. Welke klachten ontstaan, verschilt per persoon en is ook afhankelijk van de operatietechniek. Veel klachten verminderen na verloop van tijd, omdat je lichaam zich aanpast aan de nieuwe situatie. Sommige klachten zijn echter blijvend.
Chemoradiatie, bestraling en chemotherapie
Een stent of endoprothese
Als slokdarmkanker niet geopereerd kan worden, kun je door de groeiende tumor steeds meer last krijgen van passageklachten. Eten kan dan niet goed meer zakken in de slokdarm. Er kan dan een stent (buisje) in de slokdarm geplaatst worden. De arts gaat dan met een endoscoop (een flexibele holle buis) via je mond in je slokdarm. Op de hoogte van de tumor wordt de ‘ingeklapte’ stent losgelaten.
Daar klapt de stent zich uit en zet zich vast in de slokdarmwand. Zo wordt de vernauwde slokdarm opgerekt. Het voedsel kan dan weer beter passeren, waardoor eten makkelijker wordt. Een stent wordt geplaatst onder een ‘roesje’. Daardoor merk je er nauwelijks iets van. Een andere naam voor een stent is een endoprothese.
Slokdarmkanker ontstaat in de slijmvlieslaag van de slokdarm. Hoe verder de tumor door de slokdarmwand heen is gegroeid, hoe verder de ziekte is gevorderd en hoe hoger het stadium.
Stadia van slokdarmkanker
Om de verschillende stadia van slokdarmkanker te begrijpen, is het nodig kort stil te staan bij de bouw van de slokdarm. De wand van de slokdarm is van binnen naar buiten opgebouwd uit:
- Een slijmvlieslaag; deze bekleedt de binnenkant van de slokdarm.
- Een bindweefsellaag; hierin zitten kliertjes die slijm produceren, waardoor het voedsel makkelijk door de slokdarm glijdt.
- Een spierlaag; de spieren in de slokdarmwand verplaatsen voedsel met samentrekkende (peristaltische) bewegingen naar de maag.
Stadia van slokdarmkanker
Er zijn 6 stadia van slokdarmkanker:
- Stadium 0
Tumor zit alleen in de slijmvlieslaag van de slokdarm. - Stadium I
Tumor zit alleen in de binnenste laag van de slokdarm. - Stadium IIA
Tumor is tot in de spierlaag (buitenste laag) van de slokdarm gegroeid, maar er zijn geen uitzaaiingen. - Stadium IIB
Tumor is nog niet door de slokdarmwand gegroeid, maar er zijn wel uitzaaiingen in de lokale lymfeklieren. - Stadium III
Tumor is tot in de buitenste laag van de slokdarmwand gegroeid en er zijn uitzaaiingen in de lokale lymfeklieren. Tumor is door de slokdarmwand en in omliggende weefsels gegroeid. - Stadium IV
Tumor is uitgezaaid naar lymfeklieren elders in het lichaam of naar andere organen (bijvoorbeeld longen of lever).
Behandeling per stadium van slokdarmkanker
Aan de hand van het stadium van de slokdarmkanker bepaalt de arts samen met jou welke behandeling mogelijk is. Soms is voor de operatie niet duidelijk of en hoe ver de tumor door de wand van de slokdarm is gegroeid. Ook is het vaak onduidelijk of er uitzaaiingen zijn naar lymfeklieren in de buurt van de tumor. Na de operatie kan het stadium van de slokdarmkanker definitief vastgesteld worden.
Vooruitzichten bij slokdarmkanker
De vooruitzichten, ofwel de prognose, is afhankelijk van het stadium van de slokdarmkanker. Hoe eerder de ziekte wordt ontdekt, des te beter de vooruitzichten. Van de kleine groep mensen met slokdarmkanker in een zeer vroeg stadium overlijdt bijna niemand aan de ziekte. De vooruitzichten van mensen met uitgezaaide slokdarmkanker zijn veel slechter.
Bij slokdarmkanker wordt bij het inschatten van de vooruitzichten vaak onderscheid gemaakt tussen twee groepen:
- Mensen die een operatie ondergaan die gericht is op genezing (curatieve behandeling).
- Mensen die niet meer geopereerd kunnen worden en die een behandeling krijgen om de ziekte af te remmen en klachten te verminderen (palliatieve behandeling).
Van de eerste groep is 50% van de mensen na vijf jaar nog in leven. Mensen bij wie de slokdarmkanker niet is uitgezaaid naar de nabijgelegen lymfeklieren hebben in deze groep de hoogste overlevingskans. Bij de tweede groep is dit percentage veel lager. De vijfjaarsoverleving van alle mensen met slokdarmkanker samen is ongeveer 20%. De overlevingskans van slokdarmkanker is de afgelopen jaren wel verbeterd.
Behalve het stadium van de slokdarmkanker, zijn er ook nog andere factoren die van invloed zijn op de vooruitzichten. Voorbeelden hiervan zijn leeftijd, lichamelijke conditie en hoe je reageert op een behandeling. Je persoonlijke vooruitzichten kun je dan ook het beste met je behandelend arts bespreken. Ook voor een arts is het echter onmogelijk om met zekerheid te voorspellen hoe de slokdarmkanker zich bij jou zal ontwikkelen.
Follow up
Na een behandeling van slokdarmkanker ontvang je nog een periode nazorg. Dit noemen we ook wel follow-up. Het doel van de nazorg bij slokdarmkanker is:
- Zicht houden op en behandelen van de gevolgen van de behandeling
- Tijdig eventuele problemen ontdekken, bijvoorbeeld met de verwerking van de diagnose en ingreep
- Psychosociale zorg bieden als dat nodig is
- Klachten beoordelen die kunnen wijzen op de terugkeer van de ziekte
Na vijf jaar is de kans op terugkeer van de slokdarmkanker zo klein geworden dat het niet zinvol meer is om er standaard onderzoek naar te doen. Uiteraard kun je met vragen of met klachten altijd terecht bij je arts.
Leven met slokdarmkanker
Leven met slokdarmkanker kan zorgen voor vervelende symptomen. Het is een angstige en onzekere periode en je kunt allerlei ongemakken ervaren, zoals misselijkheid, diarree of extreme vermoeidheid.
Heb je slokdarmkanker dan kunnen zich aanvullend nog specifieke problemen voordoen, vooral als je een slokdarmoperatie hebt ondergaan. De klachten verschillen per persoon. We geven je graag wat tips bij deze verschillende klachten.
Leven met slokdarmkanker
Leven met kanker is niet makkelijk. Het is een angstige en onzekere periode en je kunt allerlei ongemakken ervaren, zoals misselijkheid, diarree of extreme vermoeidheid. Ook kunnen zich onderstaande klachten voordoen:
Toch leuk en lekker eten bij ernstige passageklachten
Eten is niet alleen iets dat moet. Het is ook een sociale bezigheid en het kan bovendien erg lekker zijn. Als je problemen krijgt met eten, is dat ontzettend vervelend. Niet alleen omdat je gezondheid erdoor achteruitgaat, maar ook omdat je kwaliteit van leven minder wordt. Deze tips kunnen je helpen om bij ernstige passageklachten eten wat leuker en lekkerder te maken:
Patiëntenvereniging
De patiëntenvereniging SPKS leven met maag- of slokdarmkanker richt zich op alle mensen met maag- of slokdarmkanker. De belangrijke activiteiten van de SPKS zijn:
- Voorlichting
- Lotgenotencontact
- Belangenbehartiging van patiënten
De SPKS heeft hiervoor verschillende communicatiemiddelen, zoals de website en een verenigingsblad. Ook organiseren zij, of zijn betrokken bij verschillende bijeenkomsten.
Veelgestelde vragen over slokdarmkanker
Hier vind je de meest gestelde vragen over de slokdarmkanker. Wij kunnen geen persoonlijke medische adviezen geven en hebben geen artsen in dienst. Voor specifieke vragen is het advies om contact op te nemen met je (huis)arts.
Dit doet MDL Fonds voor slokdarmkanker
MDL Fonds zet zich in om slokdarmkanker te voorkomen, te bestrijden en de gevolgen ervan voor patiënten te verminderen. Dit doen wij onder andere door middel van voorlichting en vroege opsporing.
We financieren op dit moment verschillende onderzoeken naar slokdarmkanker.
Ik hoop met mijn onderzoeken eraan bij te dragen dat uiteindelijk meer mensen zullen overleven, met een goede kwaliteit van leven.’
Colofon
Deze informatie is geschreven door het MDL Fonds.
In samenwerking met:
Living With Hope Foundation (LWHF)
Dutch Pancreatic Cancer Group (DPCG)
Bronnen:
NKI
Laatst herzien:
Februari 2018